Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 24 februari 2022 door DD tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 21 december 2021 in zaak T-703/19, DD / FRA

(Zaak C-130/22 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: DD (vertegenwoordiger: N. Lorenz, Rechtsanwältin)

Andere partij in de procedure: Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

Conclusies

het bestreden arrest in zijn geheel vernietigen;

bijgevolg:

rekwirant een vergoeding toekennen voor de geleden immateriële schade, zoals uiteengezet in het verzoekschrift en ex aequo et bono begroot op 50 000 €;

het besluit van de directeur van het FRA van 21 december 2018 waarbij het verzoek van rekwirant uit hoofde van artikel 90, lid 1, van het Ambtenarenstatuut is afgewezen, nietig verklaren;

voor zover nodig, het besluit van de directeur van het FRA van 24 juni 2019 waarbij de klacht van rekwirant uit hoofde van artikel 90, lid 2, van het Ambtenarenstatuut is afgewezen, nietig verklaren;

het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn hogere voorziening voert rekwirant de volgende middelen en voornaamste argumenten met betrekking tot het bestreden arrest aan:

Onjuiste rechtsopvatting, niet-vaststelling van de rechtens relevante feiten, onvolledig onderzoek van de feiten en onjuiste opvatting van het bewijs in verband met de uiteenzetting van de feiten.

Onjuiste rechtsopvatting, onjuiste opvatting van het bewijs, ontoereikende motivering, schending van het beginsel van rechtszekerheid en kennelijke beoordelingsfout inzake de eerste exceptie van onwettigheid.

Onjuiste rechtsopvatting, onjuiste opvatting van het bewijs, onvolledig juridisch onderzoek van de relevante feiten, onvolledig onderzoek van het middel, ontoereikende motivering met betrekking tot de tweede exceptie van onwettigheid.

Onjuiste rechtsopvatting, onvolledig onderzoek van het middel en ontoereikende motivering met betrekking tot de vijfde exceptie van onwettigheid.

Onjuiste rechtsopvatting, onjuiste opvatting van het bewijs, onvolledig onderzoek van de feiten betreffende de zesde exceptie van onwettigheid.

Onjuiste rechtsopvatting, onvolledig onderzoek van het middel, ontoereikende motivering, middel volgens hetwelk het gebruikte bewijs niet rechtmatig is verkregen of gebruikt voor wat de achtste onrechtmatigheidsgrond betreft.

Onjuiste rechtsopvatting, onjuiste opvatting van het bewijs, onjuiste juridische kwalificatie van feiten, ontoereikende motivering met betrekking tot de negende exceptie van onwettigheid.

Onjuiste rechtsopvatting, onvolledig onderzoek van de feiten, ontoereikende motivering en schending van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie inzake het deel over het bestaan van de gestelde schade en het causaal verband.

____________