Beroep ingesteld op 9 februari 2010 - Geemarc Telecom / BHIM - Audioline (AMPLIDECT)
(Zaak T-59/10)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Geemarc Telecom International Ltd (Wanchai, Hong Kong) (vertegenwoordiger: G. Farrington, solicitor)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Audioline GmbH (Neuss, Duitsland)
Conclusies
de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 20 november 2009 in zaak R 913/2009- 2 vernietigen;
verweerder en de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep verwijzen in hun eigen kosten en in die van verzoekster.
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: het woordmerk "AMPLIDECT" voor waren van klassen 9 en 16
Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring
Beslissing van de kamer van beroep: toewijzing van het beroep en bijgevolg nietigverklaring van het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd
Aangevoerde middelen: schending van artikel 7, lid 1, sub b en c, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, op grond dat de kamer van beroep: (i) er geen rekening mee heeft gehouden dat de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep geen bewijzen heeft overgelegd van het ontbreken van onderscheidend vermogen van het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd, en (ii) er geen rekening mee heeft gehouden dat het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd een groter onderscheidend vermogen had verkregen door de omvang van het gebruik ervan. De kamer van beroep heeft zich niet beperkt tot het onderzoek van het bewijsmateriaal en de argumenten die partijen binnen de door kamer van beroep gestelde termijn hadden aangevoerd.
____________