Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 oktober 2021 – NRW.Bank/Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR), Raad van de Europese Unie en Europese Commissie
(Zaak C-662/19 P)1
[Hogere voorziening – Economische en monetaire Unie – Bankenunie – Herstel en afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen (GAM) – Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) – Gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) – Vaststelling van de voor 2016 vooraf te betalen bijdrage – Beroep tot nietigverklaring – Beroepstermijn – Tardiviteit – Voor beroep vatbare handeling – Bevestigende handeling]
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirante: NRW.Bank (vertegenwoordigers: J. Seitz, J. Witte en D. Flore, Rechtsanwälte)
Andere partijen in de procedure: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) (vertegenwoordigers: H. Ehlers, J. Kerlin en P. A. Messina, gemachtigden, bijgestaan door B. Meyring, S. Schelo, T. Klupsch en S. Ianc, Rechtsanwälte), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Sikora-Kalėda en J. Bauerschmidt, gemachtigden) en Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Triantafyllou, K.-P. Wojcik en A. Steiblytė, vervolgens D. Triantafyllou en A. Steiblytė, gemachtigden)
Dictum
Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 26 juni 2019, NRW.Bank/GAR (T-466/16, niet gepubliceerd, EU:T:2019:445), wordt vernietigd.
De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht van de Europese Unie.
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.
____________
1 PB C 399 van 25.11.2019.