Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf - Duitsland) – Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände - Verbraucherzentrale Bundesverband e.V. / Vodafone GmbH
(Zaak C-5/20)1
[Prejudiciële verwijzing – Elektronische communicatie – Verordening (EU) 2015/2120 – Artikel 3 – Open-internettoegang – Artikel 3, lid 1 – Rechten van eindgebruikers – Artikel 3, lid 2 – Verbod op overeenkomsten en commerciële praktijken die de uitoefening van de rechten van eindgebruikers beperken – Artikel 3, lid 3 – Verplichting tot gelijke en niet-discriminerende behandeling van het verkeer – Mogelijkheid om redelijke verkeersbeheersmaatregelen te treffen – Extra „zero-rating”-tariefoptie – Beperking van tethering]
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberlandesgericht Düsseldorf
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände - Verbraucherzentrale Bundesverband e.V.
Verwerende partij: Vodafone GmbH
in tegenwoordigheid van: Bundesnetzagentur für Elektrizität, Gas, Telekommunikation, Post und Eisenbahnen
Dictum
Artikel 3 van verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie moet aldus worden uitgelegd dat een beperking van tethering wegens de activering van een „zero-rating”-tariefoptie onverenigbaar is met de verplichtingen die voortvloeien uit lid 3 van dat artikel.
____________
1 PB C 137 van 27.4.2020.