Language of document : ECLI:EU:T:2016:452





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 8 september 2016 –
Merck/Commissie

(Zaak T‑470/13)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van antidepressiva die het werkzame farmaceutische bestanddeel citalopram bevatten – Begrip mededingingsbeperking naar strekking – Potentiële mededinging – Generieke geneesmiddelen – Drempels voor toetreding tot de markt als gevolg van het bestaan van octrooien – Overeenkomsten tussen de octrooihouder en een onderneming die actief is op het gebied van generieke geneesmiddelen – Rechtsdwaling – Beoordelingsfout – Toerekenbaarheid van de inbreuken – Aansprakelijkheid van de moedermaatschappij voor inbreuken op de mededingingsregels die door één van haar dochterondernemingen zijn gemaakt – Rechtszekerheid – Redelijke termijn – Geldboeten”

1.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Algemene verwijzing naar andere geschriften die bij het verzoekschrift zijn gevoegd – Niet-ontvankelijkheid [Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, c)] (cf. punten 56, 57, 441)

2.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Potentiële mededinging – Reële en concrete mogelijkheid voor een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is om met risico tot de markt toe te treden wanneer daarop geneesmiddelen aanwezig zijn die octrooibescherming genieten – Overeenkomst tussen de octrooihouder en ondernemingen die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief zijn die deze toetreding kan verhinderen – Beperking van de potentiële mededinging (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 81‑87, 102, 103, 111, 112, 119, 120, 124, 151, 152, 164, 176, 179, 180, 227, 245, 300, 301)

3.                     Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Vereiste mate van nauwkeurigheid van de door de Commissie in aanmerking genomen bewijzen – Samenstel van aanwijzingen – Vermoeden van onschuld – Toepasselijkheid – Bewijslast van de ondernemingen die het bestaan van de inbreuk betwisten – Rechterlijk toezicht – Omvang (Art. 101, lid 1, VWEU en 263 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 88‑96, 98, 99)

4.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Uitlegging van het nationale recht van een lidstaat – Feitelijke vraag – Daaronder begrepen (Art. 263 VWEU) (cf. punt 136)

5.                     Handeling van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels – Rechterlijk toezicht – Omvang (Art. 101 VWEU, 261 VWEU en 296, lid 2, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 31) (cf. punten 140, 272, 493, 495)

6.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Inhoud en doel van een mededingingsregeling en economische en juridische context waarin die zich ontwikkelt – Onderscheid tussen inbreuken naar strekking en inbreuken naar gevolg – Voornemen van de partijen bij een overeenkomst om de mededinging te beperken – Criterium niet noodzakelijk – Inbreuk naar strekking – Voldoende nadelige beïnvloeding – Beoordelingscriteria (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 185‑191, 208‑210, 212, 213, 258, 260, 262, 265, 385, 454‑460)

7.                     Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Betalingen in omgekeerde richting die onevenredig zijn en gecombineerd worden met marktuitsluiting van de concurrenten – Ontoelaatbaarheid (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 198, 224‑226, 228, 231, 234, 248, 275, 283‑288, 290, 292, 459)

8.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Meest rendabele of minst risicovolle oplossing voor de betrokken ondernemingen – Doelstelling om te ongunstige gevolgen van rechtsregels ongedaan te maken – Geen weerslag op de onrechtmatigheid van deze overeenkomsten (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 248, 289, 387, 388)

9.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Verplichting voor de Commissie om zich aan haar vroegere beslissingspraktijk te houden – Geen – Verhoging van het algemene niveau van de geldboeten – Toelaatbaarheid (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 263, 517‑519)

10.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Opzettelijk of uit onachtzaamheid gemaakt – Begrip – Onderneming die niet onwetend kan zijn van het mededingingsverstorend karakter van haar gedrag – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Betalingen in omgekeerde richting die onevenredig zijn en gecombineerd worden met marktuitsluiting van de concurrenten – Daaronder begrepen (Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; verordening nr. 1/2003 van de Commissie, art. 5 en 23, lid 2) (cf. punten 267, 501, 502, 509‑512)

11.                     Mededinging – Regels van de Unie – Materiële werkingssfeer – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Daaronder begrepen – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Toepassing van het criterium van de beschermingsomvang van het octrooi – Toetsing niet pertinent – Inbreuk naar strekking (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punt 273)

12.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Nevenrestrictie – Begrip – Objectiviteit en evenredigheid – Beperking waardoor de primaire transactie moeilijker te realiseren is of minder winstgevend is – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Mededingingsbeperkende clausules die accessoir zijn aan de bescherming van een intellectuele-eigendomsrecht – Geen objectief noodzakelijke beperking (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 307, 308)

13.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Vermoeden dat de moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent op haar 100 %-dochterondernemingen – Bewijsverplichtingen van de vennootschap die dit vermoeden wil weerleggen (Art. 101 VWEU) (cf. punten 427‑435, 445)

14.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verplichtingen van de Commissie – Inachtneming van een redelijke termijn – Nietigverklaring van het besluit houdende vaststelling van een inbreuk, wegens buitensporig lange duur van de procedure – Voorwaarde – Aantasting van de rechten van verdediging van de betrokken ondernemingen – Beoordeling rekening houdend met de procedure in haar geheel (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 470‑474, 483)

15.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Buitensporig lange duur van de administratieve procedure – Verdwijning van voor uitoefening van rechten van verdediging relevante bewijselementen – Bewijslast – Verplichtingen van een zorgvuldige onderneming (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punt 475)

16.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verjaring op het gebied van geldboeten – Aanvang – Eén enkele voortdurende inbreuk (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 25) (cf. punt 482)

17.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijk toezicht – Volledige rechtsmacht van de Unierechter – Omvang – Verlaging wegens de buitensporig lange duur van de procedure – Algehele inaanmerkingneming van de omstandigheden van de zaak (Art. 101 VWEU en 261 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 1 en 31) (cf. punten 493‑495, 525, 526)

18.                     Mededinging – Geldboeten – Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling – Bepaling van het gedeelte van de geldboete dat de hoofdelijke medeschuldenaren onderling moeten dragen – Bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 530‑537)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit C(2013) 3803 final van de Commissie van 19 juni 2013 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak AT/39226 – Lundbeck), en verzoek tot verlaging van de bij dat besluit aan verzoeksters opgelegde geldboete

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Merck KGaA zal haar eigen kosten en die van de Europese Commissie dragen.

3)

Generics (UK) Ltd zal haar eigen kosten dragen.