Language of document :

Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 27 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rayonen sad - Nesebar - Bulgarije) – „S. V.” OOD / E. Ts. D.

(Zaak C-485/21)1

[Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn 93/13/EEG – Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – Artikel 2, onder b) – Begrip „consument” – Artikel 2, onder c) – Begrip „verkoper” – Natuurlijke persoon die eigenaar is van een appartement in een gebouw in mede-eigendom – Verschillende soorten contractuele verhoudingen met betrekking tot het beheer en het onderhoud van dit gebouw – Wetgeving van een lidstaat op grond waarvan mede-eigenaren, wat de hoedanigheid van consument betreft, verschillend worden behandeld naargelang zij al dan niet een individuele overeenkomst hebben gesloten voor het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten van een dergelijk gebouw]

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Rayonen sad - Nesebar

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: S. V.” OOD

Verwerende partij: E. Ts. D.

Dictum

Artikel 1, lid 1, en artikel 2, onder b) en c), van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten

moeten aldus worden uitgelegd dat:

een natuurlijke persoon die eigenaar is van een appartement in een gebouw in mede-eigendom moet worden aangemerkt als een „consument” in de zin van deze richtlijn, wanneer hij met een beheerder een overeenkomst sluit met het oog op het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten van dat gebouw, voor zover hij dat appartement niet gebruikt voor doeleinden die uitsluitend tot zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit behoren. De omstandigheid dat een deel van de door de beheerder krachtens deze overeenkomst verleende diensten wordt verricht omdat moet worden voldaan aan specifieke in de nationale wetgeving gestelde eisen inzake veiligheid en ruimtelijke ordening, is niet van dien aard dat deze overeenkomst buiten de werkingssfeer van de richtlijn komt te vallen;

wanneer een overeenkomst voor het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten van een gebouw in mede-eigendom wordt gesloten tussen de beheerder en de algemene vergadering van mede-eigenaren of de vereniging van eigenaren van dit gebouw in mede-eigendom, kan een natuurlijke persoon die eigenaar is van een appartement in dit gebouw in mede-eigendom worden beschouwd als een „consument”, in de zin van richtlijn 93/13, mits hij kan worden aangemerkt als „partij” bij die overeenkomst en dat appartement niet uitsluitend gebruikt voor doeleinden die verband houden met zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit.

____________

1 PB C 412 van 11.10.2021.