Language of document :

Arrest van het Gerecht van 15 november 2018 – Banco Santander / Commissie

(Zaak T-227/10)1

(„Staatssteun – Bepalingen inzake de vennootschapsbelasting op grond waarvan ondernemingen met fiscale woonplaats in Spanje de goodwill uit de verwerving van deelnemingen in ondernemingen met fiscale woonplaats in het buitenland kunnen afschrijven – Besluit waarbij de steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard en de terugvordering ervan wordt gelast – Begrip ,staatssteun’ – Selectiviteit – Referentiestelsel – Afwijking – Verschil in behandeling – Rechtvaardiging van het verschil in behandeling – Door de maatregel begunstigde ondernemingen – Gewettigd vertrouwen”)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Banco Santander, SA (Santander, Spanje) (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Buendía Sierra, E. Abad Valdenebro, M. Muñoz de Juan en R. Calvo Salinero, vervolgens J. Buendía Sierra, E. Abad Valdenebro, R. Calvo Salinero en A. Lamadrid de Pablo, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en C. Urraca Caviedes, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van artikel 1, lid 1, van beschikking 2011/5/EG van de Commissie van 28 oktober 2009 inzake de belastingafschrijving van de financiële goodwill voor de verwerving van deelnemingen in buitenlandse ondernemingen C 45/07 (ex NN 51/07, ex CP 9/07) die door Spanje is toegepast (PB 2011, L 7, blz. 48), en, subsidiair, artikel 4 van deze beschikking.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Banco Santander, SA draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.

____________

1     PB C 195 van 17.7.2010.