Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Centrale Raad van Beroep (Nederland) op 18 augustus 2022 – X tegen Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

(Zaak C-549/22)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Centrale Raad van Beroep

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: X

Verweerder: Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

Prejudiciële vragen

Moet artikel 68, vierde lid, van de Associatieovereenkomst1 zo uitgelegd worden dat het van toepassing is op een in Algerije woonachtige nabestaande van een overleden werknemer die haar nabestaandenuitkering wil exporteren naar Algerije?

Zo ja,

Moet artikel 68, vierde lid, van de Associatieovereenkomst gelet op haar bewoordingen en op het doel en de aard ervan zo uitgelegd worden dat het rechtstreeks toepasselijk is, zodat personen op wie deze bepaling van toepassing is het recht hebben om zich er voor de rechterlijke instanties van de lidstaten rechtstreeks op te beroepen, om ervoor te zorgen dat hiermee strijdige nationaalrechtelijke regels buiten toepassing worden gelaten?

Zo ja,

Moet artikel 68, vierde lid, van de Associatieovereenkomst zo worden uitgelegd dat het in de weg staat aan toepassing van het woonlandbeginsel, als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, welke leidt tot een beperking van de export van de nabestaandenuitkering naar Algerije?

____________

1 Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds (PB 2005, L 265, blz. 2).