Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal de première instance te Brussel (België) op 6 november 2014 – Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie / Axa Belgium SA

(Zaak C-494/14)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal de première instance te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie

Verwerende partij: Axa Belgium SA

Prejudiciële vragen

Dient aan de in artikel 85 bis, lid 1, van het statuut van de Europese ambtenaren vermelde bewoordingen „aansprakelijke derde” een autonome Unierechtelijke uitlegging te worden gegeven, of verwijzen zij naar de betekenis die deze bewoordingen in het nationale recht hebben?

Indien daaraan een autonome draagwijdte dient te worden gegeven, moeten zij aldus worden uitgelegd dat zij betrekking hebben op elke persoon aan wie het overlijden, het ongeval of de ziekte is te wijten, dan wel enkel op de persoon die aansprakelijk is wegens de fout die hij heeft begaan?

Indien de bewoordingen „aansprakelijke derde” verwijzen naar het nationale recht, legt het Unierecht de nationale rechter dan op om de door de Europese Unie ingestelde subrogatoire vordering toe te wijzen wanneer een van haar personeelsleden het slachtoffer is geworden van een verkeersongeval waarbij een voertuig is betrokken waarvan de aansprakelijkheid niet is vastgesteld, voor zover artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen voorziet in automatische schadeloosstelling van de zwakke weggebruikers door de verzekeraars die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van de bij het ongeval betrokken motorrijtuigen dekken, zonder dat hun aansprakelijkheid dient te worden vastgesteld?

Volgt uit de inhoud of de opzet van de bepalingen van het statuut van de Europese ambtenaren dat de door de Europese Unie krachtens de artikelen 73 en 78 van dit statuut gedane uitgaven definitief voor haar rekening moeten blijven?