Arrest van het Gerecht van 22 september 2021 – Collibra/EUIPO – Dietrich (COLLIBRA en collibra)
(Zaak T-128/20 en T-129/20)1
(„Uniemerk – Oppositieprocedure – Aanvragen voor Uniewoordmerk COLLIBRA en Uniebeeldmerk collibra – Ouder nationaal woordmerk Kolibri – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 – Recht om te worden gehoord – Artikel 94, lid 1, tweede zin, van verordening 2017/1001”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Collibra (Brussel, België) (vertegenwoordigers: A. Renck, I. Junkar en A. Bothe, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordigers: H. O’Neill en V. Ruzek, gemachtigden)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, interveniënte voor het Gerecht: Hans Dietrich (Starnberg, Duitsland) (vertegenwoordiger: T. Träger, advocaat)
Voorwerp
Twee beroepen tegen twee beslissingen van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 13 december 2019 (zaken R 737/2019-1 en R 738/2019-1) inzake twee oppositieprocedures tussen H. Dietrich en Collibra
Dictum
De zaken T-128/20 en T-129/20 worden gevoegd voor het arrest.
De beroepen worden verworpen.
Collibra wordt verwezen in de kosten.
____________
1 PB C 129 van 20.4.2020.