Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer) van 22 oktober 2021 – Equinoccio-Compañía de Comercio Exterior/Commissie
(Zaak T‑22/21)
„Beroep tot nietigverklaring – Instrument voor pretoetredingssteun – Derde land – Nationale overheidsopdracht – Beëindiging van de overeenkomst door de aanbestedende dienst – Verzoek van de aanbestedende dienst tot tenuitvoerlegging van een bankgarantie – Medeondertekening door het hoofd van de EU-delegatie in het derde land of diens plaatsvervanger – Onbevoegdheid”
Beroep tot nietigverklaring – Beroep dat in werkelijkheid een geschil inzake een overeenkomst betreft – Instrument voor pretoetredingssteun – Derde land – Nationale overheidsopdracht – Beëindiging van de overeenkomst door de aanbestedende dienst – Verzoek van de aanbestedende dienst tot tenuitvoerlegging van een bankgarantie – Medeondertekening door het hoofd van de EU-delegatie in het derde land of diens plaatsvervanger – Onbevoegdheid van de Unierechter – Niet-ontvankelijkheid
(Art. 263 en 288 VWEU)
(zie punten 22‑25, 30, 34‑36)
Voorwerp
| Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van de brief van de Commissie van 5 november 2020 met referentienummer GK/Regio.ddg.d. 1(2020)6793282 betreffende de door het Turkse ministerie van Wetenschap, Industrie en Technologie gevraagde tenuitvoerlegging van de bankgarantie. |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Equinoccio-Compañía de Comercio Exterior, SL wordt verwezen in de kosten. |