Language of document :

Arrest van het Gerecht van 9 juli 2014 – Al-Tabbaa / Raad

(Gevoegde zaken T-329/12 en T-74/13)

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Syrië – Bevriezing van tegoeden en economische middelen ‒ In-en doorreisbeperking op grondgebied van Unie ‒ Rechten van verdediging ‒ Recht op doeltreffend rechtsmiddel ‒ Motiveringsplicht ‒ Onjuiste beoordeling”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Mazen Al-Tabbaa (Beiroet, Libanon) (vertegenwoordigers: M. Lester, barrister, en G. Ma

uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht

van de si

tuatie in Syrië (PB L 126, blz. 3)DictumUitvoeringsbesluit 2012/256/GBVB van de Raad van 14 mei 2012 tot uitvoering van besluit 2011/782/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en uitvoeringsverordening (EU) nr. 410/2012 van de Raad van 14 mei 2012 houdende uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, worden nietig verklaard, voor zover zij Mazen Al-Tabbaa betreffen.Besluit 2012/739/GBVB van de Raad van 29 november 2012

betreff

ende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/782, en uitvoeringsverordening (EU) nr. 1117/2012 van de Raad van 29 november 2012 tot uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening nr. 36/2012, worden nietig verklaard, voor zover zij Al-Tabbaa betreffen.Uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 36/2012, en uitvoeringsbesluit 2013/185/GBVB van

de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van besluit 2012/739 worden nietig verklaard, voor zover zij Al-Tabbaa betreffen.Besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië wordt nietig verklaard, voor zover het Al-Tabbaa betreft.De gevolgen van besluit 2013/255 worden gehandhaafd ten aanzien van A

l-Tabbaa totdat de gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsverordening nr. 363/2013 houdende uitvoering van verordening nr. 36/2012 effect sorteert.Op het beroep in zaak T-74/13 behoeft niet meer te worden beslist.De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die

van verzoeker in zaak T-329/12 en drie vierde van de kosten van verzoeker in zaak T-74/13.Verzoeker draagt een vierde van zijn eigen kosten in zaak T-74/1

3.