Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 april 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Bucureşti - Roemenië) – Berlin Chemie A. Menarini SRL/Administraţia Fiscală pentru Contribuabili Mijlocii Bucureşti - Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Bucureşti
(Zaak C-333/20) 1
[Prejudiciële verwijzing – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 44 – Plaats van een dienst – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 – Artikel 11, lid 1 – Verrichten van diensten – Fiscaal aanknopingspunt – Begrip „vaste inrichting” – Vennootschap van een lidstaat die is verbonden met een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap – Geschikte structuur wat personeel en technische middelen betreft – Geschiktheid om diensten af te nemen en te gebruiken voor de eigen behoeften van de vaste inrichting – Diensten op het gebied van marketing, regelgeving, reclame en vertegenwoordiging verricht door een verbonden vennootschap ten behoeve van de ontvangende vennootschap]
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Curtea de Apel Bucureşti
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Berlin Chemie A. Menarini SRL
Verwerende partij: Administraţia Fiscală pentru Contribuabili Mijlocii Bucureşti - Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Bucureşti
in tegenwoordigheid van: Berlin Chemie AG
Dictum
Artikel 44 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008, en artikel 11 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112 moeten aldus worden uitgelegd dat een vennootschap met statutaire zetel in een lidstaat niet beschikt over een vaste inrichting in een andere lidstaat op grond dat deze vennootschap aldaar een dochtervennootschap heeft die personeel en technische middelen ter beschikking stelt in het kader van overeenkomsten waarbij de dochtervennootschap uitsluitend voor die vennootschap diensten op het gebied van marketing, regelgeving, reclame en vertegenwoordiging verricht die haar verkoopvolume direct kunnen beïnvloeden.
____________
1 PB C 339 van 12.10.2020.