Language of document : ECLI:EU:T:2014:134





Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 20 februari 2014 – Jannatian/Raad

(zaak T‑187/13)

„Beroep tot nietigverklaring – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Lijst van personen en entiteiten op wie die beperkende maatregelen van toepassing zijn – Beroepstermijn – Termijnoverschrijding – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Regels van openbare orde – Ambtshalve onderzoek door de Unierechter (Art 263 VWEU) (cf. punten 20, 21)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen ten aanzien van een persoon of entiteit – Handeling bekendgemaakt en meegedeeld aan de adressaten – Datum van mededeling van de handeling – Mededeling aan de belanghebbende door middel van publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie – Toelaatbaarheid (Art. 263, al. 6, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 45; verordening nr. 267/2012, art. 46, lid 3) (cf. punten 25, 28‑30, 34‑36, 40)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van de hierna volgende handelingen, voor zover zij verzoeker betreffen: gemeenschappelijk standpunt 2008/479/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 tot wijziging van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 163, blz. 43); besluit 2008/475/EG van de Raad van 23 juni 2008 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 163, blz. 29); gemeenschappelijk standpunt 2008/652/GBVB van de Raad van 7 augustus 2008 tot wijziging van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 213, blz. 58); besluit 2009/840/GBVB van de Raad van 17 november 2009 tot uitvoering van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 303, blz. 64); verordening (EG) nr. 1100/2009 van de Raad van 17 november 2009 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van besluit 2008/475/EG(PB L 303, blz. 31); besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39); besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413 (PB L 281, blz. 81); verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1) en van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1)

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Mahmoud Jannatian zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie.