Language of document : ECLI:EU:T:2015:894





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 26 november 2015 –
HK Intertrade/Raad

(Gevoegde zaken T‑159/13 en T‑372/14)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Beroep tot nietigverklaring – Beroepstermijn – Aanvang – Ontvankelijkheid – Recht om te worden gehoord – Verplichting tot kennisgeving – Motiveringsplicht – Rechten van verdediging – Kennelijke beoordelingsfout”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen ten aanzien van een persoon of entiteit – Handeling die is gepubliceerd en aan de adressaten is meegedeeld – Datum van mededeling van de handeling – Mededeling aan de betrokkene door middel van een publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie – Termijn die ingaat op de veertiende dag na deze publicatie [Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 102, lid 1; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 46, lid 3] (cf. punten 37‑44)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ander middel dan het middel betreffende de materiële wettigheid (Art. 263 VWEU en 296 VWEU) (cf. punt 52)

3.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Minimumvereisten (Art. 296 VWEU; besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 54‑62)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Alternatieve criteria die in de handelingen van de Unie zijn bepaald voor opname van een entiteit op de lijsten van personen en entiteiten die onder de beperkende maatregelen vallen – Toereikende motivering uitsluitend op basis van één van deze criteria of enkele ervan [Art. 296 VWEU; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 20, lid 1, c); verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, lid 2] (cf. punten 65‑76)

5.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Recht om te worden gehoord voordat dergelijke maatregelen worden getroffen – Geen – Rechten die worden gewaarborgd door middel van het rechterlijke toezicht van de Unierechter en door de mogelijkheid om te worden gehoord nadat deze maatregelen zijn getroffen – Verplichting om de belastende elementen mee te delen – Omvang (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 79‑82, 85‑87, 90‑92, 96)

6.                     Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Middel dat voor het eerst in repliek is aangevoerd – Niet-ontvankelijkheid [Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (2015), art. 84, lid 1] (cf. punten 103, 104)

7.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht (Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 107, 108)

8.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting om deze maatregel uit te breiden tot entiteiten die in handen zijn van of onder zeggenschap staan van een dergelijke entiteit – Hoedanigheid van entiteit die in handen is of onder zeggenschap staat van een andere entiteit – Beoordeling geval per geval door de Raad – Uitvoering van de toepasselijke bepalingen van het Unierecht – Geen beoordelingsvrijheid van de Raad [Besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/829/GBVB; verordeningen van de Raad nr. 267/2012, art. 23, lid 2, d), en nr. 1264/2012] (cf. punten 109‑112, 114)

Voorwerp

In zaak T‑159/13, nietigverklaring van besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 356, blz. 71) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 356, blz. 55), en in zaak T‑372/14, nietigverklaring van het in de brief van 14 maart 2014 neergelegde besluit van de Raad om de beperkende maatregelen ten aanzien van verzoekster te handhaven

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

HK Intertrade Co. Ltd draagt haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie.