Language of document :

Arrest van het Gerecht van 4 juni 2014 – Sedghi en Azizi / Raad

(Zaak T-66/12)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Schrapping van lijst van betrokken personen en entiteiten – Beroep tot nietigverklaring – Procesbelang – Ontvankelijkheid – Motiveringsplicht – Beoordelingsfout”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Ali Sedghi (Teheran, Iran); en Ahmad Azizi (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Gadhia, S. Ashley, solicitors, D. Wyatt, QC, en M. Lester, barrister, vervolgens S. Ashley, D. Wyatt, M. Lester, A. Irvine en S. Jeffrey, solicitors, en ten slotte S. Ashley, D. Wyatt, M. Lester, A. Irvine en S. Millar, solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Bishop, I. Rodios en B. Driessen, vervolgens M. Bishop en I. Rodios, gemachtigden)

Voorwerp

Primair, verzoek tot nietigverklaring met onmiddellijke ingang van besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71), uitvoeringverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11), verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover die handelingen verzoekers betreffen en, subsidiair, verzoek tot vaststelling dat artikel 19, lid 1, sub b, en artikel 20, lid 1, sub b, van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), artikel 16, lid 2, van verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1), alsmede artikel 23, lid 2, van verordening nr. 267/2012 niet op Azizi van toepassing zijn

Dictum

De volgende handelingen worden nietig verklaard, voor zover zij Ali Sedghi en Ahmad Azizi betreffen:

besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran;

uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran;

verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010.

Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist voor het overige.

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten.

____________

____________

1     PB C 109 van 14.4.2012.