Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 17 maart 2005 ingesteld door Gérard Méric tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM)

(Zaak T-133/05)

Taal van het verzoekschrift: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 17 maart 2005 beroep tegen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) ingesteld door Gérard Méric, wonende te Parijs, vertegenwoordigd door P. Murzeau, advocaat.

Andere partij in de procedure voor de eerste kamer van beroep: ARBORA & AUSONIA, S.L.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

-    de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 17 januari 2005 zonder meer te herzien en bijgevolg:

-    de door de vennootschap ARBORA & AUSONIA, S.L. ingestelde oppositie tegen de inschrijving van het merk "PAM-PIM'S BABY-PROP" af te wijzen;

-    ARBORA & AUSONIA, S.L. te verwijzen in alle door verzoeker gemaakte kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het

gemeenschapsmerk:    verzoeker

Betrokken gemeenschapsmerk:    woordmerk "PAM-PIM'S BABY-PROP" voor waren van klasse 16 (wegwerpluierbroekjes van papier of cellulose)

Houder van het oppositiemerk

of -teken in de oppositieprocedure:    ARBORA & AUSONIA, S.L.

Oppositiemerk of -teken:    nationale woord- en beeldmerken "PAM-PAM" voor waren van de klassen 5, 16 en 25 (alle types van in serie vervaardigde kledingstukken, in het bijzonder luierbroekjes, schoeisel, slipjes voor de menstruatie, maandverband, ... - Spaanse merken nr. 855.391, nr. 1.146.300 en nr. 1.153.492)

Beslissing van de oppositieafdeling:    toewijzing van de oppositie op basis van nationaal beeldmerk "PAM-PAM" voor waren van klasse 16 (onderbroeken en luierbroekjes van papier en cellulose - Spaans merk nr. 1.146.300)

Beslissing van de kamer van beroep:    verwerping van het door verzoeker ingestelde beroep

Middelen:    Er bestaat bij de Spaanse gemiddelde consument geen gevaar van verwarring van de conflicterende merken in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad, aangezien het aangevraagde merk niet overeenstemt met de oudere merken en de door het aangevraagde merk en de oudere merken aangeduide waren niet soortgelijk zijn.

____________