Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer) van 4 juli 2014 – Uspaskich/Parlement

(Zaak T‑84/12)

„Verzoek tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Voorrechten en immuniteiten – Lid van het Europees Parlement – Besluit tot opheffing van de immuniteit – Heroverweging – Besluit om de immuniteit niet te verdedigen – Niet ontvankelijkheid – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Noodzaak van een bestaand en daadwerkelijk belang – Beoordeling naar het tijdstip waarop het beroep is ingesteld – Beroep dat de verzoekende partij een voordeel kan opleveren (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 27‑29)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Handelingen van het Parlement die jegens derden rechtsgevolgen in het leven beogen te roepen – Besluit tot opheffing van de immuniteit van een lid – Daaronder begrepen (Art. 263, eerste alinea, VWEU; Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie) (cf. punt 39)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Beroep tegen een beschikking houdende bevestiging van een niet binnen termijn bestreden eerdere beschikking – Niet-ontvankelijkheid – Begrip bevestigende beschikking – Beschikking, na nieuw onderzoek van een eerdere beschikking, gegeven op basis van nieuwe gegevens – Daarvan uitgesloten (Art. 263 VWEU) (cf. punt 40)

4.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Verzoekschrift tot herstel van de door een instelling van de Unie veroorzaakte schade – Geen aanwijzingen omtrent de geleden schade en het causaal verband – Niet-ontvankelijkheid (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punten 61, 68)

Voorwerp

Enerzijds verzoek tot nietigverklaring van het besluit van het Parlement van 1 december 2011 om de parlementaire immuniteit van verzoeker niet te verdedigen en zijn verzoek tot heroverweging van het besluit inzake de opheffing van de immuniteit af te wijzen en anderzijds verzoek tot schadevergoeding

Dictum

1) Het beroep wordt ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele niet ontvankelijk verklaard.

2) Viktor Uspaskich wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van het Europees Parlement.

3) De Republiek Litouwen zal haar eigen kosten dragen.