Language of document :

Beroep ingesteld op 16 juni 2010 - Spanje / Commissie

(Zaak T-263/10)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: Nuria Díaz Abad, abogado del Estado)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietig verklaren de beschikking van de Europese Commissie van 8 april 2010 houdende opschorting van het door Spanje op 17 december 2009 ingediende verzoek om tussentijdse betaling om de in punt I van de motivering van het desbetreffende document uiteengezette redenen;

de Europese Commissie veroordelen tot betaling van vertragingsrente, daar het verzoek om tussentijdse betaling ten onrechte is opgeschort;

de verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen de beschikking van de Commissie houdende opschorting van de betalingstermijn voor het verzoek om tussentijdse betaling dat Spanje op 17 december 2009 heeft ingediend. Dit verzoek om tussentijdse betaling voor een bedrag van 2 717 227, 26 EUR betreft het operationele programma van communautaire bijstand uit het Europees Sociaal Fonds in het kader van de doelstelling regionaal concurrentievermogen van de autonome gemeenschap van de Balearen (CCI 2007ESO52PO010).

Ter onderbouwing van zijn vorderingen stelt verzoeker het volgende.

Schending van artikel 91, lid 1, sub a, van verordening nr. 1083/20061, voor zover de Commissie, zonder verslag van een nationaal of communautair auditbureau waaruit significante tekortkomingen in de werking van de beheers- en controlesystemen blijken en zonder dat zulke tekortkomingen bestonden, in de bestreden beschikking voor het door Spanje ingediende tussentijdse betalingsverzoek de betaling heeft opgeschort.

Schending van de door de Commissie goedgekeurde controlestrategie, doordat de Commissie voor dit tussentijdse betalingsverzoek de betaling heeft opgeschort omdat zij meende dat het ontbreken van systeemaudits tot een aanzienlijke vertraging bij de uitvoering van de strategie leidde, terwijl het Koninkrijk Spanje volgens deze strategie de systeemaudits mocht indienen tot 30 juni 2010.

Schending van het rechtszekerheidsbeginsel, aangezien volgens de bestreden beschikking het Koninkrijk Spanje de systeemaudits had moeten vervroegen ten opzichte van het met de Commissie zelf overeengekomen tijdschema, waardoor dit vereiste voor de Spaanse autoriteiten niet voorzienbaar was.

Schending van het vertrouwensbeginsel, aangezien de nationale autoriteiten voor de audits hebben gehandeld in overeenstemming met door de Commissie in de strategie goedgekeurde tijdschema's, die zijn toegepast zonder dat de Commissie op enig moment te kennen heeft gegeven dat dit een tekortkoming in het beheers- en controlesysteem veronderstelde.

Schending van het evenredigheidsbeginsel, aangezien de maatregel van de Commissie disproportioneel is en indruist tegen een doeltreffend financieel beheer, en daar andere, minder belastende rechtsinstrumenten openstaan ter verwezenlijking van hetzelfde doel.

Tot slot vordert het Koninkrijk Spanje vertragingsrente op grond van artikel 87, lid 2, van verordening nr. 1083/2006, artikel 83 van verordening nr. 1605/20022 en artikel 106, lid 5, van verordening nr. 2342/2002 van de Commissie.3

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210, blz. 25).

2 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 25, blz. 43).

3 - Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB 357, blz. 1).