Language of document : ECLI:EU:C:2014:2326

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer)

23 oktober 2014 (*)

„Rectificatie van een arrest”

In zaak C‑242/13 REC,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 26 april 2013, ingekomen bij het Hof op 29 april 2013, in de procedure

Commerz Nederland NV

tegen

Havenbedrijf Rotterdam NV,

geeft

HET HOF (Tweede kamer),

samengesteld als volgt: R. Silva de Lapuerta, kamerpresident, J.‑C. Bonichot en A. Arabadjiev (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: M. Wathelet,

griffier: A. Calot Escobar,

de advocaat-generaal gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Op 17 september 2014 heeft het Hof (Tweede kamer) het arrest Commerz Nederland (C‑242/13, EU:C:2014:2224) gewezen.

2        Dat arrest bevat, in de Nederlandse taalversie, fouten die krachtens artikel 103, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie ambtshalve moeten worden gerectificeerd.

Het Hof (Tweede kamer) beschikt:

1)      Op de eerste bladzijde van het arrest Commerz Nederland (C‑242/13, EU:C:2014:2224) moet, in de Nederlandse taalversie ervan, de uitdrukking „Begrip steun”, in de indicatoren, worden vervangen door de uitdrukking „Begrip ,steun’ ”.

2)      Op de eerste bladzijde van de Nederlandse taalversie van dat arrest moet de komma na de vermelding van de naam van rechter J.‑C. Bonichot, als lid van de rechtsprekende formatie, worden verwijderd.

3)      In punt 2 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van dat arrest moet na de uitdrukking „gemeente Rotterdam” de verduidelijking „(Nederland)” worden toegevoegd.

4)      In punt 18 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van dat arrest moet de uitdrukking „voordeel” worden vervangen door de uitdrukking „ „voordeel” ”.

5)      In punt 25 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van het arrest Commerz Nederland (C-242/13, EU:C:2014:2224) moet de uitdrukking „van een van de twee door de verwijzende rechter voorgestelde alternatieve uitleggingen” worden vervangen door de uitdrukking „van een van de door de verwijzende rechter voorgestelde alternatieve uitleggingen”.

6)      In punt 26 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van dat arrest moet na de uitdrukking „Statuut van het Hof van Justitie” de verduidelijking „van de Europese Unie” worden toegevoegd.

7)      In punt 29 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van het arrest Commerz Nederland (C-242/13, EU:C:2014:2224), in de eerste zin van punt 39 van de overwegingen van deze taalversie en in de eerste zin van het dictum van deze taalversie moet de komma na de uitdrukking „de statuten van zijn bedrijf heeft genegeerd” worden verwijderd.

8)      In punt 35 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van dat arrest moet de uitdrukking „Zoals met name de Commissie en het Havenbedrijf Rotterdam hebben aangevoerd” worden vervangen door de uitdrukking „Zoals met name het Havenbedrijf Rotterdam en de Commissie hebben aangevoerd”.

9)      De tweede zin van punt 39 van de overwegingen van de Nederlandse taalversie van dat arrest en de tweede zin van het dictum van deze taalversie moeten worden gerectificeerd als volgt:

„Die omstandigheden op zich kunnen in een situatie als in het hoofdgeding een dergelijke toerekenbaarheid echter niet uitsluiten.”

10)    De minuut van de onderhavige beschikking wordt aan de minuut van het gerectificeerde arrest gehecht. In margine van de minuut van dat arrest wordt van de rectificatiebeschikking aantekening gedaan.

Luxemburg, 23 oktober 2014.

De griffier

 

      De president van de Tweede kamer

A. Calot Escobar

 

      R. Silva de Lapuerta


* Procestaal: Nederlands.