Language of document :

Beroep ingesteld op 12 maart 2021 – Commissie/Polen

(Zaak C-166/21)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Perrin en M. Siekierzyńska, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen

Conclusies

vaststelling dat de Republiek Polen, door een importeur van ethylalcohol gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen de verplichte vrijstelling van accijns te ontzeggen ingeval de importeur niet kiest voor de regeling tot schorsing van de accijns, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken1 en uit het evenredigheidsbeginsel;

verwijzing van de Republiek Polen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Republiek Polen heeft nationale bepalingen ingevoerd volgens welke een importeur van ethylalcohol dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen niet is vrijgesteld van accijns ingeval hij niet kiest voor de regeling tot schorsing van de accijns.

Volgens de Commissie levert dat niet-nakoming op van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken en uit het evenredigheidsbeginsel.

Volgens deze bepaling van de richtlijn verlenen de lidstaten vrijstelling van de accijns op de voorwaarden die zij vaststellen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik wanneer alcohol wordt gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen. Volgens de Commissie is de voorwaarde dat voor vrijstelling van de accijns de regeling voor de schorsing van de accijns wordt toegepast, niet noodzakelijk om een juiste en eenvoudige toepassing van de vrijstelling te garanderen noch om fraude, ontwijking of misbruik te voorkomen. Bovendien is zij in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 PB 1992, L 316, blz. 21.