Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 11 juli 2023 – Profi Credit Bulgaria EOOD, „Agentsia za sabirane na vzemania” EAD, City Cash OOD

(Zaak C-425/23)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski rayonen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen in de betalingsbevelprocedure: Profi Credit Bulgaria EOOD, „Agentsia za sabirane na vzemania” EAD, City Cash OOD

Prejudiciële vragen

Laten artikel 6, lid 1, en artikel 7 van richtlijn 93/13/EEG1 van de Raad betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: „richtlijn 93/13/EEG”) nationale rechtspraak toe zoals aan de orde in het hoofdgeding, volgens welke

de rechter die wegens vorderingen uit een kredietovereenkomst voor slechts een deel van de kredietvorderingen een betalingsbevel uitvaardigt, niet bevoegd is om van de kredietgever te verlangen dat deze specificeert welke termijnbedragen van de consument worden gevorderd, en ook indien deze informatie ontbreekt verplicht is om een betalingsbevel uit te vaardigen voor het deel van de schuldvorderingen waarop de kredietgever als totaalbedrag aanspraak maakt?

2.    Moet artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG, gelezen in samenhang met het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel en met artikel 19, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat

aanwijzingen voor de uitvaardiging van een beslissing ten gronde, die mogelijk in strijd zijn met het Unierecht en waarmee een lagere rechter wordt verplicht gevolg te geven aan de wens van de hogere rechter – en wel niet bij wijze van een formele beslissing die verwijst naar de beslissing van de hogere rechter, maar bij wijze van een beslissing in naam van de rechtsprekende formatie van de lagere rechter –, de lagere rechter binden en geen afbreuk doen aan zijn onafhankelijkheid, die tot uitdrukking komt in zijn innerlijke overtuiging of een Unierechtelijke bepaling van toepassing is?

____________

1 PB 1993, L 95, blz. 29.