Language of document :

Beroep ingesteld op 10 maart 2008 - PC-Ware Information Technologies/Commissie

(Zaak T-121/08)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: PC-Ware Information Technologies BV (Amsterdam, Nederland) (vertegenwoordiger: L. Devillé, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekende partij

Ontvankelijkverklaring van het beroep tot nietigverklaring;

Nietigverklaring van het besluit van het Directoraat-Generaal van de Europese Commissie, om de offerte die verzoekster had ingediend op de openbare offerteaanvraag DIGIT/R2/PO/2007/022 - LAR 2007 af te wijzen, dat verzoekster is meegedeeld bij brief van 11 januari 2008 en om de opdracht aan de gekozen inschrijver te gunnen;

Vaststelling dat de onwettige handelwijze van de Commissie een onrechtmatige daad oplevert die tot de aansprakelijkheid van de Commissie leidt;

In subsidiaire orde, indien de opdracht reeds werd uitgevoerd wanneer het gerecht arrest wijst of het besluit niet langer nietig kan worden verklaard, veroordeling van de Commissie tot betaling van een schadevergoeding ten bedrage van 654 962,38 EUR ter vergoeding van de door verzoekster geleden schade met betrekking tot die procedure;

Verwijzing van de Commissie in de met betrekking tot dit beroep gemaakte gerechts- en andere kosten, zelfs indien het beroep wordt verworpen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster heeft deelgenomen aan de openbare aanbestedingsprocedure DIGIT/R2/PO/2007/022 - Groothandelaar in Microsoft-producten (LAR 2007) (PB 2007 S 183-223062) met als doel de sluiting van een raamovereenkomst voor een aankoopkanaal via één enkele handelaar voor de inkoop van Microsoft-softwareproducten en -licenties. Verzoekster vecht de beslissing van de Commissie aan om deze opdracht aan een andere onderneming te gunnen.

Ter ondersteuning van haar verzoekschrift roept verzoekster in de eerste plaats in dat het besluit gebrekkig is gemotiveerd. Verzoekster wijst erop dat zij bij de indiening van haar offerte expliciet heeft vermeld dat zij de hoogst mogelijke korting gaf, gelet op artikel 40 van de Belgische wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken, de voorlichting en de bescherming van de consument, dat een verkoop met verlies verbiedt. De Commissie zou nagelaten hebben de beslissing voldoende te motiveren in verband met de toepassing van dit verbod en de inachtneming van het beginsel van gelijke behandeling hierbij.

Ten tweede roept verzoekster in dat blijkt dat de winnende offerte artikel 40 van de Belgische wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken, de voorlichting en de bescherming van de consument schendt. Volgens verzoekster had de Commissie de winnende offerte moeten weigeren in toepassing van artikel 55 van Richtlijn nr. 2004/18/EG1, artikel 139, lid 1, en artikel 146, lid 4, van Verordening nr. 2342/20022 en de beginselen van behoorlijk bestuur.

____________

1 - Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114)

2 - Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357, blz. 1)