Language of document :

Beroep ingesteld op 8 februari 2024 – UC/Raad

(Zaak T-72/24)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: UC (vertegenwoordiger: S. Bekaert, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit (GBVB) 2023/2768 van de Raad van 8 december 2023 tot wijziging van besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Democratische Republiek Congo en uitvoeringsverordening (EU) 2023/2771 van de Raad van 8 december 2023 tot uitvoering van artikel 9 van verordening (EG) nr. 1183/2005 betreffende bepaalde specifieke beperkende maatregelen met het oog op de situatie in de Democratische Republiek Congo (hierna: „bestreden handelingen”) nietig verklaren voor zover deze handelingen betrekking hebben op verzoeker, en

de Raad verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

Eerste middel: schending van bevoegdheden, schending van de artikelen 75 en 215 VWEU, schending van artikel 31, lid 1, VEU, schending van art. 15, lid 3, VWEU en schending van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Besluit (GBVB) 2010/788 en verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad schenden, respectievelijk, artikel 31 VEU, en de artikelen 75 en 215 VWEU.

Doordat de verslagen en stemuitslagen van dit besluit en deze verordening, alsook de navolgende wijzigingsbesluiten en -verordeningen, en de bestreden handelingen, niet publiek ontsloten zijn, in tegenstelling tot de andere verordeningen en besluiten van de Raad, worden ook de transparantieregels geschonden.

Tweede middel: artikel 3, tweede streepje, van besluit (GBVB) 2010/788 en artikel 2 ter, lid 1, van verordening (EG) nr. 1183/2005 schenden het rechtszekerheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het doelmatigheidsbeginsel.

Artikel 3, tweede streepje, van besluit (GBVB) 2010/788, zoals gewijzigd bij besluit (GBVB) nr. 2022/2377 van 5 december 2022 en artikel 2 ter, lid 1, van verordening (EG) nr. 1183/2005, zoals gewijzigd bij verordening (EG) 2022/2373 van 5 december 2022, creëren elk, door een criterium te hanteren met een woordgebruik dat van dermate algemene aard is, een dermate ruime categorie van personen dat het rechtzekerheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het doelmatigheidsbeginsel worden geschonden.

Derde middel: schending van artikel 41, lid 2, onder c), van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”), en van artikel 296 VWEU (motiveringsplicht).

Verzoeker betwist elk van de redenen opgegeven in de bestreden handelingen. De Raad schendt de motiveringsplicht, zoals verankerd in onder meer artikel 41, lid 2, onder c), van het Handvest en artikel 296, tweede alinea, VWEU.

Vierde middel: schending van het eigendomsrecht en het evenredigheidsbeginsel.

De bevriezing van verzoekers middelen in de meest algemene termen schendt verzoekers eigendomsrecht en beperkt dit recht onevenredig, mede gelet op de algemene toepassing en de onbepaalde duur ervan.

Vijfde middel: schending van de vrijheid van verkeer, het verblijfs- en vestigingsrecht voorzien in artikel 45, lid 1, van het Handvest en de artikelen 20 en 21 VWEU, en schending van de beginselen van evenredigheid en doelmatigheid.

Verzoeker heeft de Belgische nationaliteit. Een sanctie waarbij hij de EU niet meer binnen mag, ook niet op doorreis, en hem de toegang naar of op het Belgisch grondgebied wordt belemmerd, schendt de vrijheid van verkeer, het verblijfs- en vestigingsrecht, is onevenredig en maakt ook een schending van het doelmatigheidsbeginsel uit.

____________