Language of document : ECLI:EU:T:2015:605





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 9 september 2015 –
Philips/Commissie

(Zaak T‑92/13)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Wereldmarkt van tv- en computerbeeldbuizen – Besluit houdende vaststelling van een inbreuk op artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen met betrekking tot prijzen, marktverdeling en productiecapaciteit – Eén enkele voortdurende inbreuk – Toerekenbaarheid aan de moedermaatschappij van de door de joint venture gemaakte inbreuk – Gelijke behandeling – Methode voor de berekening van de geldboete – Inaanmerkingneming van de waarde van de verkopen van de beeldbuizen die als onderdeel van een verwerkt product zijn verkocht – Inaanmerkingneming van de gemiddelde waarde van de tijdens de inbreukduur geregistreerde verkopen – Inaanmerkingneming van de totale omzet van de groep – Evenredigheid – Duur van de administratieve procedure”

1.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Toerekening van het mededingingsverstorende gedrag van een joint venture aan een van haar moedermaatschappijen – Voorwaarden – Beslissende invloed die wordt uitgeoefend op het gedrag van de joint venture – Bewijslast – Uitoefening van beslissende invloed die kan worden afgeleid uit een samenstel van aanwijzingen betreffende de economische, organisatorische en juridische banden van de joint venture met de moedermaatschappijen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 34‑43, 56, 57, 67, 69, 75, 79, 80, 85)

2.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Draagwijdte van het beginsel – Schending – Voorwaarden – Mogelijkheid voor de betrokken onderneming om beter haar verweer te voeren wanneer geen procedurele onregelmatigheden zijn begaan – Algemene voorzichtigheidsplicht voor elke onderneming – Verplichting om te zorgen voor een degelijke bewaring van de bewijzen die nodig mochten blijken ingeval een administratief beroep of een beroep in rechte wordt ingesteld (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 27, lid 1) (cf. punten 91‑93, 97)

3.                     Mededinging – Administratieve procedure – Beginsel van behoorlijk bestuur – Plicht tot zorgvuldigheid en onpartijdigheid (Art. 101 VWEU) (cf. punten 94, 95, 236, 237)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels – Besluit met meer dan één adressaat – Noodzaak van een toereikende motivering inzonderheid ten aanzien van de entiteit die de last van een inbreuk moet dragen (Art. 101 VWEU en 296 VWEU) (cf. punten 102‑104)

5.                     Mededinging – Geldboeten – Beoordeling op basis van het individuele gedrag van een onderneming – Invloed van het ontbreken van een sanctie jegens een andere marktdeelnemer – Geen – Eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel samen met eerbiediging van het legaliteitsbeginsel (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 110‑112, 231‑233)

6.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verjaring op het gebied van geldboeten – Aanvang – Eén enkele voortdurende inbreuk (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 25) (cf. punten 125‑129)

7.                     Mededinging – Administratieve procedure – Beëindiging van de inbreuken – Bevoegdheid van de Commissie – Bevelen aan de ondernemingen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 7, lid 1) (cf. punten 132, 133)

8.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Bescherming van het gewettigd vertrouwen – Rechtszekerheid – Mededingingsprocedure – Toepasselijkheid – Draagwijdte – Wijziging van een bestaande toestand die onder de beoordelingsbevoegheid van de Commissie valt – Geen schending van die beginselen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3) (cf. punten 135, 139)

9.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Geen terugwerkende kracht van de strafbepalingen – Werkingssfeer – Geldboeten opgelegd wegens schending van de mededingingsregels – Daaronder begrepen – Draagwijdte – Wijziging van de toegepaste bepalingen die redelijkerwijze voorzienbaar was op het tijdstip waarop de betrokken inbreuken zijn gemaakt – Geen schending van het verbod van terugwerkende kracht (Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 49) (cf. punten 136‑138)

10.                     Mededinging – Regels van de Unie – Territoriale werkingssfeer – Mededingingsregeling tussen ondernemingen die buiten de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd maar die ten uitvoer wordt gelegd en gevolgen sorteert op de interne markt – Verkoop in de Unie van het onder het kartel vallende product – Bevoegdheid van de Commissie om de Unierechtelijke mededingingsregels toe te passen – Toelaatbaarheid krachtens internationaal publiekrecht – Handelen van dochterondernemingen, agentschappen of filialen die buiten de Unie zijn gevestigd – Geen invloed (Art. 101 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53) (cf. punten 149‑152)

11.                     Mededinging – Regels van de Unie – Territoriale werkingssfeer – Tenuitvoerlegging van het kartel binnen de Unie – Verticaal geïntegreerde onderneming met buiten de Europese Economische Ruimte gevestigde productie-eenheden – Verwerking van de onder het kartel vallende producten in de door deze productie-eenheden afgewerkte producten – Verkoop van deze afgewerkte producten in de Europese Economische Ruimte door de geïntegreerde onderneming – Daaronder begrepen (Art. 101 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53) (cf. punt 153)

12.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Verwerking van de onder het kartel vallende producten in producten die worden afgewerkt door in de beschuldigde onderneming verticaal geïntegreerde productie-eenheden – Verkoop van de afgewerkte producten in de Europese Economische Ruimte door de beschuldigde onderneming – Inaanmerkingneming van de waarde van de verkoop van de afgewerkte producten slechts voor het breukdeel van die waarde dat met de waarde van de onder het kartel vallende producten overeenkomt – Toelaatbaarheid (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punten 156, 167‑178)

13.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Berekeningsmethode vastgesteld in de richtsnoeren van de Commissie – Verplichting voor de Commissie om de richtsnoeren toe te passen met eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel – Ruime beoordelingsvrijheid van de Commissie inzake de methode voor berekening van de geldboeten (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie) (cf. punten 182‑186)

14.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Referentiejaar – Laatste volledige jaar van de inbreuk – Uitzonderlijk – Inaanmerkingneming van het jaarlijkse gemiddelde van de waarde van de verkopen tijdens de volledige inbreukduur – Toelaatbaarheid (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punten 190‑198)

15.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Maximumbedrag – Berekening – Omzet die in aanmerking moet worden genomen – Gecumuleerde omzet van alle vennootschappen die een als onderneming handelende economische entiteit vormen (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 214‑221)

16.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Toegang tot het dossier – Omvang – Weigering document mee te delen – Gevolgen – Noodzaak om met betrekking tot de op de betrokken onderneming rustende bewijslast onderscheid te maken tussen belastende en ontlastende stukken (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 27, lid 2; verordening nr. 773/2004 van de Commissie, art. 15) (cf. punten 240‑250)

17.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verplichtingen van de Commissie – Inachtneming van een redelijke termijn – Beoordelingscriteria – Schending – Geen (Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41 en 47) (cf. punten 256‑263, 268)

18.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsmarge van de Commissie – Grenzen – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel – Draagwijdte – Vaststelling van de geldboete in verhouding tot de factoren die bij de beoordeling van de zwaarte van de inbreuk in aanmerking zijn genomen (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 271, 272)

Voorwerp

Primair, verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2012) 8839 final van de Commissie van 5 december 2012 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-overeenkomst (zaak COMP/39.437 – tv- en computerbeeldbuizen) en subsidiair, verzoek tot intrekking of verlaging van de aan verzoekster opgelegde geldboete

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Koninklijke Philips Electronics NV wordt verwezen in de kosten.