Language of document : ECLI:EU:T:2012:288





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 13 juni 2012 —
Insula/Commissie

(Zaak T‑366/09)

„Arbitragebeding — Overeenkomsten ter financiering van projecten inzake onderzoek en ontwikkeling — Contracten Ecres, El Hierro, Islands 2010, Opet I, Opet II, Opet Ola, Respire, Sustainable Communities en Virtual Campus — Geen bewijsstukken en onverenigbaarheid met contractuele bepalingen van deel van gedeclareerde kosten — Terugbetaling van voorschotten — Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van beroep — Reconventionele vordering van Commissie”

1.                     Gerechtelijke procedure — Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding — Overeenkomst die voorziet in communautaire financiële bijstand voor project inzake onderzoek en ontwikkeling — Vordering tot terugbetaling van bepaalde kosten — Vordering tot schadevergoeding — Reconventionele vordering waarbij ook vertragingsrente wordt gevorderd — Toepassing van nationaal recht — Vaststelling van niet-nakoming van contractuele verplichtingen — Recht van Commissie op terugbetaling van voorschot, vermeerderd met vertragingsrente tegen rentetarief van Europese Centrale Bank (Art. 238 EG; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 86, lid 2) (cf. punten 81, 105, 203‑206, 262)

2.                     Gerechtelijke procedure — Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding — Aan nationaal recht onderworpen overeenkomst — Toepassing van nationale bevoegdheidsbepalingen — Daarvan uitgesloten (Art. 238 EG) (cf. punt 82)

3.                     Gerechtelijke procedure — Voorwerp van geschil — Wijziging in loop van geding — Verbod (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, en 48, lid 2) (cf. punten 88‑89)

4.                     Gerechtelijke procedure — Aanvoering van nieuwe middelen in loop van geding — Voorwaarden — Aanvulling van bestaand middel en nauw verband ermee (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c, en 48, lid 2) (cf. punt 224)

5.                     Gerechtelijke procedure — Inleidend verzoekschrift — Vormvereisten — Vaststelling van voorwerp van geschil — Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen — Beroep tot vergoeding van door gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade — Verzoek tot schadevergoeding zonder nadere precisering — Niet-ontvankelijk (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punten 229, 241, 247)

Voorwerp

Beroep ingesteld op grond van artikel 238 EG en ertoe strekkende dat het Gerecht een schuldvordering van de Commissie ten bedrage van 114 996,82 EUR ongegrond verklaart en een schuldvordering van de Commissie ten bedrage van 253 617,08 EUR ten dele gegrond verklaart, en de Commissie veroordeelt tot betaling aan verzoekster van schadevergoeding voor een bedrag van 146 261,06 EUR primair en 573 273,42 EUR subsidiair

Dictum

1)

Het beroep van de Conseil Scientifique international pour le développement des îles (Insula) wordt verworpen.

2)

Insula wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van de hoofdsom van 114 996,82 EUR, te vermeerderen met vertragingsrente tegen het tarief van 2,5 % per jaar te rekenen vanaf 16 augustus 2009 tot de dag van integrale betaling van de hoofdsom.

3)

Insula wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van de hoofdsom van 253 617,08 EUR, te vermeerderen met vertragingsrente tegen het tarief van 2,5 % per jaar te rekenen vanaf 8 september 2009 tot de dag van integrale betaling van de hoofdsom.

4)

De reconventionele vordering van de Commissie wordt voor het overige verworpen.

5)

Insula zal haar eigen kosten en de kosten van de Commissie dragen.