Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 21 mei 2015 –
Rubinum/Commissie
(Zaak T‑201/13)
„Volksgezondheid – Voedselveiligheid – Toevoegingsmiddel voor diervoeding – Preparaat van Bacillus cereus var. toyoi – Besluit van de Commissie tot schorsing van de vergunningen voor dat preparaat – Risico voor de gezondheid – Onjuiste rechtsopvatting – Voorzorgsbeginsel”
1. Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Middel dat voor het eerst ter terechtzitting wordt aangevoerd Niet-ontvankelijkheid (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2) (cf. punten 23, 29, 30)
2. Landbouw – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Toevoegingsmiddelen in diervoeders – Vergunningsprocedure – Wijziging, schorsing en intrekking van de vergunningen – Besluit van de Commissie tot schorsing van de vergunning voor een bestaand toevoegingsmiddel – Toelaatbaarheid (Verordening nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, art. 9, 10, lid 1, en 13, leden 1 en 2) (cf. punten 42‑44)
3. Landbouw – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Toevoegingsmiddelen in diervoeders – Vergunningsprocedure – Wijziging, schorsing en intrekking van de vergunningen – Vergunningen die niet langer voldoen aan de voorwaarden van artikel 5 van verordening nr. 1831/2003 – Schorsing van de vergunningen door de Commissie – Verplichting om het bestaan van een ernstig gezondheidsrisico aan te tonen – Geen (Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nrs. 1831/2003, art. 5, en 13, leden 1 en 2, en 178/2002, art. 53 en 54) (cf. punten 46‑49, 51‑53)
4. Landbouw – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Toevoegingsmiddelen in diervoeders – Vergunningsprocedure – Beoordelingsbevoegdheid van de Commissie inzake het risico dat een toevoegingsmiddel vormt voor de gezondheid van mens en dier – Omvang –– Eerbiediging van het voorzorgsbeginsel in geval van onzekerheid over het bestaan van een risico – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 57‑61, 63‑65, 72, 98)
5. Gerechtelijke procedure – Overlegging van de bewijsstukken – Termijn – Te late bewijsaanbiedingen – Voorwaarden (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, 46, lid 1, en 48, lid 1) (cf. punt 81)
6. Beroep tot nietigverklaring – Bestreden handeling – Beoordeling van de rechtmatigheid aan hand van gegevens die beschikbaar waren op ogenblik van vaststelling van de bestreden handeling (Art. 263 VWEU) (cf. punt 84)
7. Landbouw – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Toevoegingsmiddelen in diervoeders – Vergunningsprocedure –Verplichting van de Commissie of de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid om de aanvrager van een vergunning te verzoeken om aanvullende inlichtingen te verstrekken – Geen (Verordening nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, art. 8, lid 2) (cf. punt 105)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2013 van de Commissie van 25 maart 2013 tot schorsing van de vergunningen voor het preparaat van Bacillus cereus var. toyoi (NCIMB 40112/CNCM I-1012) overeenkomstig de verordeningen (EG) nr. 256/2002, (EG) nr. 1453/2004, (EG) nr. 255/2005, (EG) nr. 1200/2005, (EG) nr. 166/2008 en (EG) nr. 378/2009 (PB L 86, blz. 15) |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Rubinum, SA wordt verwezen in de kosten. |