Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 18 april 2022 door QI, QJ, QL, QM, QN, QP, QQ, QT, QU, QW, QX tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 9 februari 2022 in zaak T-868/16, QI e.a. / Commissie en ECB

(Zaak C-262/22 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwiranten: QI, QJ, QL, QM, QN, QP, QQ, QT, QU, QW, QX (vertegenwoordigers: S. Pappas, A. Pappas, advocaten)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Europese Centrale Bank, Raad van de Europese Unie, Europese Raad, QK, QO, QR, QS, QV

Conclusies

het bestreden arrest vernietigen;

de zaak terugverwijzen naar het Gerecht;

de verwerende partijen verwijzen in hun eigen kosten en in de kosten van rekwiranten in de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met de onderhavige hogere voorziening verzoeken rekwiranten het Hof van Justitie om het bestreden arrest te herzien en te vernietigen op grond van twee middelen:

In de eerste plaats heeft het Gerecht het derde tot staving van het beroep aangevoerde middel van onwettigheid, ontleend aan een voldoende gekwalificeerde schending van het door artikel 17, lid 1, van het Handvest gewaarborgde eigendomsrecht, ontoereikend onderzocht. Dit ontoereikende onderzoek heeft geleid tot een onjuiste toepassing en schending van het eigendomsrecht van rekwiranten.

In de tweede plaats heeft het Gerecht het evenredigheidsbeginsel geschonden.

____________