Language of document : ECLI:EU:T:2005:95

Zaak T‑184/01

IMS Health, Inc.

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Beroep tot nietigverklaring – Opschorting van tenuitvoerlegging en vervolgens intrekking van bestreden beschikking in loop van geding – Afdoening zonder beslissing”

Samenvatting van de beschikking

1.      Beroep tot nietigverklaring – Beroep tegen beschikking waarvan tenuitvoerlegging is opgeschort en die vervolgens in loop van geding is ingetrokken – Verdwijning van elk voor verzoeker schadelijk rechtsgevolg – Beroep zonder voorwerp geraakt – Afdoening zonder beslissing

(Art. 230 EG)

2.      Procedure – Kosten – Afdoening zonder beslissing – Beroep zonder voorwerp geraakt door intrekking van bestreden beschikking – Wijziging van omstandigheden die tot vaststelling van deze beschikking hebben geleid – Iedere partij draagt eigen kosten

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 87, lid 6)

1.      De verzoeker kan belang hebben bij de nietigverklaring van een in de loop van het geding ingetrokken handeling, wanneer de nietigverklaring van deze handeling op zich rechtsgevolgen kan hebben.

Wanneer de tenuitvoerlegging van de bestreden beschikking is opgeschort, heeft deze geen rechtsgevolgen kunnen sorteren tussen het tijdstip waarop de tenuitvoerlegging ervan is opgeschort, en de inwerkingtreding van de beschikking waarbij zij is ingetrokken, zodat het beroep, wanneer er voor de periode vóór de opschorting geen schadelijke effecten voor verzoekster blijven, zonder voorwerp is geraakt met het gevolg dat er niet meer op hoeft te worden beslist.

(cf. punten 38, 40‑41, 47, 49)

2.      In een geval waarin de Commissie in de loop van het geding een beschikking betreffende een procedure op grond van artikel 82 EG heeft ingetrokken wegens wijziging van de omstandigheden die tot de vaststelling ervan hebben geleid, namelijk de concurrentiesituatie, en waarin noch de beschikking tot intrekking noch de dossierstukken de opvatting wettigen dat de Commissie een onrechtmatigheid van deze beschikking ten aanzien van de grieven van de verzoeker heeft erkend, is het billijk elke partij in haar eigen kosten te verwijzen.

(cf. punten 53, 55)