Language of document : ECLI:EU:T:2006:399





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 14 december 2006 – Duitsland / Commissie

(Gevoegde zaken T‑314/04 en T‑414/04)

„Europees Fonds voor regionale ontwikkeling – Vermindering van financiële bijstand – Beroep tot nietigverklaring – Handeling waartegen beroep kan worden ingesteld – Voorbereidende handeling – Niet-ontvankelijkheid”

Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren (Art. 230 EG; verordening nr. 4253/88 van de Raad, art. 24) (cf. punten 38‑43)

Voorwerp

Verzoeken tot nietigverklaring van de beschikkingen die beweerdelijk zijn vervat in twee tot verzoekster gerichte brieven van het directoraat-generaal „Regionaal beleid” van de Commissie van 17 mei en 9 augustus 2004, betreffende de vermindering van de bijstand van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling die was toegekend ten gunste van Doelstelling 2-programma 1997-1999 Nordrhein-Westfalen respectievelijk operationeel programma Resider II-Nordrhein-Westfalen 1994-1999 en, bijgevolg, betreffende de weigering om het saldo van 5 488 569,24 EUR respectievelijk 2 268 988,33 EUR aan verzoekster uit te keren

Dictum

1)

De beroepen worden niet-ontvankelijk verklaard.

2)

De Commissie zal haar eigen kosten en de helft van verzoeksters kosten dragen. Verzoekster zal de helft van haar kosten dragen.