Language of document :

Beroep ingesteld op 15 februari 2012 - Nu Air Compressors and Tools / Commissie

(Zaak T-76/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Nu Air Compressors and Tools SpA (Robassomero, Italië) (vertegenwoordiger: R. MacLean, Solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

artikel 1 van beschikking C(2011) 8824 def. van de Commissie en artikel 1 van beschikking C(2011) 8812 def. van de Commissie, die allebei op 6 december 2011 zijn vastgesteld, nietig verklaren, voor zover daarbij slechts een gedeeltelijke terugbetaling wordt toegestaan van de antidumpingrechten die verzoekster heeft betaald op de invoer van in China vervaardigde compressoren en die zijn opgelegd bij verordening (EG) nr. 261/2008 van de Raad van 17 maart 2008 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde compressoren van oorsprong uit de Volksrepubliek China2;

gelasten dat de bestreden beschikkingen van kracht blijven totdat de Europese Commissie de maatregelen heeft vastgesteld die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Gerecht in de onderhavige zaak; en

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel:

de Europese Commissie heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door een gepaste en redelijke winstmarge van een onafhankelijke invoerder van de Unie toe te passen, en heeft aldus geen betrouwbare uitvoerprijs vastgesteld ter berekening van de juiste terugbetaling van de antidumpingrechten, hetgeen schending van de artikelen 2, lid 9, en 18, lid 3, van de basisantidumpingverordening oplevert.

Tweede middel:

de Europese Commissie heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door bij de berekening van de uitvoerprijs de antidumpingrechten als kosten af te trekken en heeft aldus geen betrouwbare dumpingmarge vastgesteld ter berekening van de juiste terugbetaling van antidumpingrechten, hetgeen een schending van de artikelen 2, leden 9 en 11, en 11, lid 10, van de basisantidumpingverordening oplevert.

Derde middel:

de Europese Commissie heeft nagelaten om verzoekster onmiddellijk en op passende wijze in te lichten over de vereisten die moeten worden nageleefd om aan artikel 11, lid 10, van de basisantidumpingverordening te voldoen, en heeft aldus haar rechten van verdediging, alsook het in het recht van de Unie en in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde beginsel van behoorlijk bestuur geschonden.

Vierde middel:

als gevolg van bovengenoemde schendingen van het Unierecht heeft de Europese Commissie ten onrechte geweigerd om de overige terugbetalingen van antidumpingrechten, waarop verzoekster recht heeft, uit te voeren.

____________

1 - PB L 81, blz. 1.

2 - Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343, blz. 51).