Language of document : ECLI:EU:T:2011:384





Beschikking van de president van het Gerecht van 14 juli 2011 – Trabelsi e.a./Raad

(Zaak T‑187/11 R)

„Kort geding – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten wegens de situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging en om voorlopige maatregelen – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 13‑18)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 21‑22)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Schade die ontstaat uit maatregelen tot bevriezing van tegoeden zonder strafkarakter – Louter conservatoire maatregelen (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 26‑27, 31)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Morele schade – Schade die ontstaat uit maatregelen tot bevriezing van tegoeden zonder strafkarakter – Louter conservatoire maatregelen – Schade die niet beter in kort geding dan in hoofdzaak kan worden hersteld (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 32‑33)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Zuiver geldelijke schade – Geen (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 36‑43)

6.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verband van gevraagde maatregel met in hoofdzaak gevorderde – Verzoek tot schadevergoeding dat kader van beroep in hoofdzaak te buiten gaat – Niet-ontvankelijkheid (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 47‑53)

7.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Uiteenzetting van middelen op grond waarvan toekenning van gevorderde maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomt – Geen nauwkeurige aanwijzing omtrent voorwerp van vordering – Kennelijke niet-ontvankelijkheid (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1 sub d, et 104, lid 3) (cf. punt 54)

Voorwerp

Verzoek om voorlopige maatregelen en tot opschorting van de tenuitvoerlegging van uitvoeringsbesluit 2011/79/GBVB van de Raad van 4 februari 2011 tot uitvoering van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 31, blz. 40)

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.