Beroep ingesteld op 30 maart 2011 - Trabelsi e.a. / Raad

(Zaak T-187/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Mohamed Trabelsi (Parijs, Frankrijk), Ines Lejri (Parijs), Moncef Trabelsi (Parijs), Selima Trabelsi (Parijs); en Tarek Trabelsi (Parijs) (vertegenwoordiger: A. Metzker, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij concludeert dat het het Gerecht behage:

de bestreden beslissing van de Raad van de Unie van 4 februari 2011 te vernietigen;

de naam "Mohamed Trabelsi" van de lijst te schrappen;

de naam "Ines Lejri" van de lijst te schrappen;

de naam van de moeder van Mohamed Trabelsi te schrappen;

het adres dat voor Mohamed Trabelsi staat aangegeven, te schrappen;

mijnheer en mevrouw Trabelsi een recht van antwoord te verlenen;

Tarek Trabelsi te beschermen gelet op zijn handicap;

de Raad van de Europese Unie te gelasten zijn tekst opnieuw te onderzoeken en het beginsel van het vermoeden van onschuld te eerbiedigen;

de door de Raad van de Europese Unie uitgevaardigde tekst te schorsen;

de Raad van de Europese Unie te veroordelen tot betaling aan Trabelsi van het bedrag van 150 000 EUR als schadevergoeding voor de geleden schade;

de Unie te verwijzen in het bedrag van de kosten van 25 000 EUR;

de Staat te veroordelen tot betaling van de niet-terugvorderbare kosten, waarvan het bedrag door het Gerecht dient te worden vastgesteld in billijkheid overeenkomstig artikel L 761-1 van de CJA.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.    Eerste middel: externe onwettigheid van de bestreden beslissing wegens misbruik van bevoegdheid en schending van de beginselen van het vermoeden van onschuld, van de wettigheid van strafbare feiten en straffen, van het non bis in idem beginsel en van het beginsel van de tegensprekelijkheid, evenals van het beginsel van een eerlijk proces.

2.    Tweede middel: interne onwettigheid van de bestreden beslissing wegens schending van het eigendomsrecht en van de beginselen van de menselijke waardigheid en gelijkheid, van de vrijheden van de familie Trabelsi en wegens inbreuk op het privé-leven en discriminatie jegens een gehandicapt kind.

____________