Language of document : ECLI:EU:C:2008:159

Zaak C‑125/06 P

Commissie van de Europese Gemeenschappen

tegen

Infront WM AG

„Hogere voorziening – Richtlijn 89/552/EEG – Televisie-uitzendingen – Beroep tot nietigverklaring – Artikel 230, vierde alinea, EG – Begrip beschikking die natuurlijke of rechtspersoon ‚rechtstreeks en individueel’ raakt”

Samenvatting van het arrest

1.        Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken

(Art. 230, vierde alinea, EG; richtlijn 89/552 van de Raad, art. 3 bis)

2.        Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken

(Art. 230, vierde alinea, EG)

1.        Maatregelen ter regulering van de uitoefening van de exclusieve televisie-uitzendrechten voor evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving, die zijn genomen door een lidstaat en zijn goedgekeurd bij een beschikking van de Commissie houdende vaststelling dat die maatregelen verenigbaar zijn met het gemeenschapsrecht, leggen aan de televisie-omroeporganisaties een aantal beperkingen op. Voor zover deze beperkingen verband houden met de voorwaarden waaronder deze organisaties de televisie-uitzendrechten voor aangewezen evenementen verwerven van de houder van de exclusieve televisie-uitzendrechten, hebben de door deze lidstaat genomen maatregelen en de beschikking waarbij zij zijn goedgekeurd, tot gevolg dat aan de rechten van een vennootschap die televisie-uitzendrechten bezit, nieuwe beperkingen worden verbonden die niet bestonden op het moment dat deze die uitzendrechten heeft verworven, en die de uitoefening van deze rechten moeilijker maken. Een dergelijke beschikking van de Commissie tast de rechtspositie van de houder van deze rechten dus rechtstreeks aan. Voorts vloeit de aantasting van de positie van deze houder slechts voort uit het vereiste dat het door deze maatregelen en door die beschikking bepaalde resultaat moet worden bereikt, en beschikken de nationale autoriteiten niet over een beoordelingsmarge bij de tenuitvoerlegging hiervan waardoor deze positie kan worden aangetast.

(cf. punten 50‑52, 59, 62-63)

2.        Degenen die niet adressaat van een beschikking zijn, kunnen slechts stellen individueel te worden geraakt, indien deze beschikking hen treft uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie welke hen ten opzichte van ieder ander karakteriseert en hen derhalve individualiseert op soortgelijke wijze als de adressaat. Wanneer de beschikking een groep personen raakt die op het tijdstip waarop deze handeling werd vastgesteld, waren geïdentificeerd of konden worden geïdentificeerd op basis van specifieke kenmerken van de leden van deze groep, kunnen die personen door deze handeling individueel zijn geraakt voor zover zij deel uitmaken van een beperkte kring van marktdeelnemers. Dit kan met name het geval zijn wanneer de beschikking de rechten die de particulier vóór de vaststelling ervan heeft verworven, aantast.

(cf. punten 70‑72)