Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad (Bulgarije) op 4 juni 2021 – Strafzaak tegen HYA e.a.
(Zaak C-349/21)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Spetsializiran nakazatelen sad
Partijen in de strafzaak
HYA e.a.
Prejudiciële vragen
Is een praktijk van de nationale rechterlijke instanties in strafprocedures op grond waarvan de rechter, wanneer hij machtiging verleent tot het aftappen, opnemen en opslaan van telefoongesprekken van verdachten, gebruikmaakt van een vooraf opgestelde tekst in algemene bewoordingen, waarin zonder enige individualisering enkel wordt gesteld dat de wettelijke bepalingen in acht zijn genomen, verenigbaar met artikel 15, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 5, lid 1, en overweging 11 van richtlijn 2002/581 ?
Zo nee, is het dan in strijd met het Unierecht dat het nationale recht aldus wordt uitgelegd dat informatie die is verkregen als gevolg van een dergelijke machtiging, kan worden gebruikt om de tenlastelegging te bewijzen?
____________
1 Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PB 2002, L 201, blz. 37).