Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 6 december 2001 ingesteld door SIC - Sociedade Independente de Communicação SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-297/01)

    Procestaal: Portugees

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 6 december 2001 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door SIC - Sociedade Independente de Communicação SA, gevestigd te Carnaxide, Linda-a-Velha, (Portugal), vertegenwoordigd door C. Botelho Moniz.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

1 (het beroep ontvankelijk te verklaren;

2 (de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en argumenten van partijen

Verzoekster is een commerciële onderneming met als enig doel de uitoefening van werkzaamheden op het gebied van televisie.

Op 30 juli 1993 diende verzoekster bij het Directoraat-Generaal Mededinging (DG VI) van de Commissie een klacht in tegen de Portugese republiek en RTP-Radiotelevisão Portuguesa SA, op grond van schending van de mededingingsregels, in het bijzonder de artikelen 87 EG en 88 EG.

In de klacht werd bezwaar gemaakt tegen een aantal maatregelen van de Portugese regering ten gunste van het openbaar bedrijf RTP, vergunninghouder voor de openbare televisiedienst, aangezien die maatregelen staatssteun in de zin van artikel 87 EG vormden en die steun in strijd met artikel 88, lid 3 EG was ingevoerd.

Toen na de indiening van de klacht meer dan twee jaar waren verstreken, stelde de SIC vast dat de Commissie ondanks diverse verzoeken daartoe geen standpunt over de ingediende klacht had bepaald.

Gelet op de passiviteit van de Commissie, nodigde verzoekster haar in augustus 1995 volgens en krachtens artikel 232 EG uit om te handelen en verzocht zij haar om een standpunt over de ingediende klacht en over het verzoek om inleiding van de procedure als bedoeld in artikel 88, lid 2, EG te bepalen.

De Commissie verzocht de Portugese autoriteiten om aanvullende inlichtingen.

Niet tevreden met dit verzoek dat zij als louter interlocutoir beschouwde, en met de passiviteit van de Commissie, stelde SIC krachtens artikel 232 EG een beroep wegens nalaten in (zaak T-231/95).

Nadat de Commissie op 7 november 1996 een beschikking betreffende de aan RTP gegunde overheidsfinancieringen had gegeven, was het beroep zonder voorwerp geraakt en deed verzoekster daarvan afstand.

Inmiddels diende SIC op 22 oktober 1996 bij de Commissie een nieuwe klacht tegen de Portugese republiek in wegens schending van de artikelen 87 en 88 EG in het kader van de tenuitvoerlegging van de concessieovereenkomst voor de openbare televisiedienst.

In de tweede klacht werden hoofdzakelijk weer de middelen van de eerste klacht aangevoerd.

Op 6 januari 1997 ontving verzoekster een afschrift van de eerder genoemde tot de Portugese republiek gerichte beschikking van de Commissie van 7 november 1996 betreffende de financiering van openbare televisiekanalen, waarin de Commissie van mening was dat de genoemde maatregelen geen steun van de Portugese staat aan RTP inhielden en dus niet onder de staatssteunregeling van het Verdrag vielen.

Bij verzoekschrift van 3 maart 1997 stelde SIC beroep tegen deze beschikking in (zaak T-46-97).

In het arrest van 10 mei 2000 besliste het Gerecht van eerste aanleg, dat de Commissie verplicht was om met betrekking tot bepaalde financiële maatregelen van de Portugese staat ten gunste van RTP de procedure van artikel 88, lid 2, EG in te leiden.

Bij brief van 3 januari 2001 verzocht SIC de Commissie om mee te delen welke maatregelen zij ter uitvoering van het arrest wilde nemen.

Aangezien de Commissie geen antwoord gaf, nodigde verzoekster haar bij brief van 26 juli 2001 volgens en krachtens artikel 232, tweede alinea, EG uit tot handelen.

Na het verstrijken van de in het Verdrag vastgestelde termijn van twee maanden, had de Commissie de procedure niet ingeleid en had zij evenmin gereageerd op de uitnodiging tot handelen.

Begin november 2001, dus na het verstrijken van de genoemde termijn van twee maanden, ontving verzoekster een brief van de Commissie, waarbij haar ter kennis werd gebracht dat de interne voorbereidende werkzaamheden ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van mei 2001 bijna waren voltooid.

Verzoekster beschouwt deze brief als een louter interlocutoir bericht, dat geen standpuntbepaling van de betrokken instelling tot uitdrukking brengt.

O/bs

Objet: T-297/01

Beroep wegens nalaten strekkende tot vaststelling dat de Commissie zich onrechtmatig heeft onthouden van het nemen van maatregelen ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van 10 mei in zaak T-46/77, SIC/Commissie, houdende nietigverklaring van het besluit tot afwijzing van een klacht betreffende maatregelen van de Portugese autoriteiten ten gunste van RTP

____________