Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 16 december 2015 –
Deutsche Lufthansa e.a./Commissie
(Zaak T‑46/11)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese luchtvrachtmarkt – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen met betrekking tot meerdere prijsonderdelen voor luchtvrachtdiensten (instelling van brandstoftoeslagen en veiligheidstoeslagen, weigering van betaling van een commissie over de toeslagen) – Artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Zwitserland inzake luchtvervoer – Motiveringsplicht”
1. Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Schending van wezenlijke vormvoorschriften – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ambtshalve onderzoek door de rechter (Art. 263 VWEU en 296 VWEU) (cf. punt 29)
2. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels – Besluit van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk en oplegging van een geldboete – Vereisten die voortvloeien uit het beginsel van effectieve rechterlijke bescherming – Duidelijkheid en nauwkeurigheid van het dispositief van het besluit (Art. 101, lid 1, VWEU en 296 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53; overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer, art. 8; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2 en 23, lid 5) (cf. punten 32‑36)
3. Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk – Vaststelling van de bestrafte inbreuken – Vaststelling van de personen op wie het besluit betrekking heeft – Voorrang van het dispositief boven de motivering (Art. 101, lid 1, VWEU en 296 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53; overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer, art. 8; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punt 37)
4. Mededingingsregelingen – Verbod – Rechtstreekse werking – Recht van particulieren om vergoeding van de geleden schade te vorderen – Wijze van uitoefening – Inbreuken waarop een besluit van de Commissie betrekking heeft – Besluit bindend voor de nationale rechter – Draagwijdte – Belang van de duidelijkheid en de nauwkeurigheid van het dispositief van het besluit (Art. 101, lid 1, VWEU en 296 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53; overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer, art. 8; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2 en 16, lid 1) (cf. punten 38‑44)
5. Mededingingsregelingen – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, die één enkele inbreuk vormen – Ondernemingen waaraan de inbreuk bestaande in deelneming aan een algehele mededingingsregeling ten laste kan worden gelegd – Criteria – Eén enkel doel en totaalplan (Art. 101, lid 1, VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53; overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer, art. 8; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 57, 62)
6. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels – Besluit van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk en oplegging van een geldboete – Interne tegenstrijdigheden in het besluit – Gevolgen – Nietigverklaring – Voorwaarden – Aantasting van de rechten van verdediging van de bestrafte onderneming – Onmogelijkheid voor de Unierechter om zijn toezicht uit te oefenen (Art. 101, lid 1, VWEU en 296 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53; overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer, art. 8; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 60, 76‑78, 84, 85)
7. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels – Regularisatie van een motiveringsgebrek tijdens de contentieuze procedure – Ontoelaatbaarheid (Art. 101, lid 1, VWEU en 296 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 53; overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer, art. 8; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 82, 83)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van de artikelen 1 tot en met 4 van besluit C(2010) 7694 definitief van de Commissie van 9 november 2010 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak COMP/39258 – Luchtvracht) |
Dictum
1) | | De artikelen 1 tot en met 4 van besluit C(2010) 7694 definitief van de Commissie van 9 november 2010 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak COMP/39258 – Luchtvracht) worden nietig verklaard voor zover zij betrekking hebben op Deutsche Lufthansa AG, Lufthansa Cargo AG en Swiss International Air Lines AG. |
2) | | Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
3) | | De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en die van Deutsche Lufthansa, Lufthansa Cargo en Swiss International Air Lines. |