Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 26 februari 2008 - Commissie van de Europese Gemeenschappen / Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-132/05)1

(Niet-nakoming - Verordening (EEG) nr. 2081/92 - Bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen - "Parmigiano Reggiano"-kaas - Gebruik van benaming "parmesan" - Verplichting van lidstaat om ambtshalve op te treden tegen misbruik van beschermde oorsprongsbenaming)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: E. de March, S. Grünheid en B. Martenczuk, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordiger: T. Boček, gemachtigde), Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: I. M. Braguglia, gemachtigde, en G. Aiello, avvocato dello Stato)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma en A. Dittrich, gemachtigden, en M. Loschelder, Rechtsanwalt)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordiger: J. Molde, gemachtigde), Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: E. Riedl, gemachtigde)

Voorwerp

Niet-nakoming - Schending van artikel 13, lid 1, sub b, van verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 208, blz. 1) - Ontbreken van maatregelen om gebruik te verbieden van benaming "Parmesan" voor producten die niet in overeenstemming zijn met productdossier van beschermde oorsprongsbenaming "Parmigiano Reggiano"

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten.

De Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Italiaanse Republiek en de Republiek Oostenrijk dragen hun eigen kosten.

____________

1 - PB C 132 van 28.5.2005.