Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 27 september 2012 – Total Nederland/Commissie
(Zaak T‑348/06)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Nederlandse markt van wegenbouwbitumen – Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG – Voortdurende inbreuk – Toerekenbaarheid van inbreukmakend gedrag – Geldboeten – Zwaarte en duur van inbreuk”
1. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van inbreuk en duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van bewijslast – Vereiste mate van nauwkeurigheid van door de Commissie in aanmerking genomen bewijzen – Rechterlijke toetsing – Omvang (Art. 81 EG en 82 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 32, 33)
2. Mededingingsregelingen – Verbod – Mededingingsregelingen die effect blijven sorteren na formele beëindiging ervan – Toepassing van artikel 81 EG (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 37)
3. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van inbreuk en duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van bewijslast – Eén enkele voortdurende inbreuk – Geen bewijs voor bepaalde periodes van de totale in aanmerking genomen periode – Geen invloed (Art. 81 EG en 82 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 42, 45)
4. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Beoordeling naar aard van inbreuk – Zeer zware inbreuken – Horizontale prijsafspraak en toepassing, ten aanzien van handelspartners, van ongelijke voorwaarden op gelijkwaardige prestaties – Globale beoordeling (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1) (cf. punten 58‑62)
5. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Beoordeling naar aard van inbreuk – Zeer zware inbreuken – Noodzaak om invloed en geografische omvang ervan te bepalen – Geen – Inaanmerkingneming door de Commissie van impact op markt – Omvang van bewijslast (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punten 71, 73, 74)
6. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Verzachtende omstandigheden – Niet-daadwerkelijke toepassing van overeenkomst – Beoordeling (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 3, tweede alinea) (cf. punten 78‑83)
7. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Afschrikkende werking van geldboete – Vermogen van grote ondernemingen om draagwijdte van hun gedragingen te meten – Omzet die in aanmerking moet worden genomen (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A, vierde en vijfde alinea) (cf. punten 92‑95)
8. Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Vermoeden dat moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent op haar 100 %-dochterondernemingen – Omkering van bewijslast en schending van beginsel van vermoeden van onschuld – Geen (Art. 81 EG en 82 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 98‑102, 105, 108)
9. Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Vermoeden dat moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent op haar 100 %-dochterondernemingen – Inaanmerkingneming van groepsomzet voor berekening van geldboete – Schending van beginsel van persoonlijk karakter van straffen en sancties – Geen (Art. 81 EG en 82 EG) (cf. punt 106)
10. Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Vermoeden dat moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent op haar 100 %-dochterondernemingen – Bijkomende elementen die door de Commissie in aanmerking zijn genomen – Moedermaatschappij en dochteronderneming die zich tijdens administratieve procedure als één enkele gesprekspartner hebben voorgesteld (Art. 81 EG en 82 EG) (cf. punten 111, 114)
Voorwerp
| Primair, een verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2006) 4090 def. van de Commissie van 13 september 2006 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] (Zaak nr. COMP/38.456 – Bitumen – NL), en, subsidiair, een verzoek tot verlaging van de bij die beschikking aan verzoekster opgelegde geldboete |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Total Nederland NV wordt verwezen in de kosten. |