Language of document : ECLI:EU:T:2019:303


 


 



Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 8 mei 2019 –
Enrico Colombo en Corinti Giacomo/Commissie

(Zaak T690/16)

„Overheidsopdrachten voor werken – Aanbestedingsprocedure – JRC in Ispra – Werken voor de bouw en het onderhoud van waterleidingen en onderstations voor stadsverwarming of -koeling – Afwijzing van de offerte van een inschrijver – Beroep tot nietigverklaring – Beroep tot schadevergoeding – Motiveringsplicht”

1.      Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Voorbereidende handelingen – Daarvan uitgesloten

(Art. 263 VWEU)

(zie punten 65, 66)

2.      Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Vorderingen strekkende tot een bevel aan een instelling – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 263, 264 en 266 VWEU)

(zie punt 69)

3.      Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Gunning van een opdracht na een aanvraag van aanbiedingen – Beoordelingsvrijheid van de instellingen – Rechterlijk toezicht – Grenzen

(zie punt 81)

4.      Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Beroep tegen een besluit tot afwijzing van de offerte van een inschrijver in het kader van het plaatsen van een overheidsopdracht door een instelling van de Unie – Middel ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling door de aanbestedende dienst – Bewijslast rustend op de verzoekende partij

(Art. 263 VWEU)

(zie punt 82)

5.      Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband – Ontbreken van een van de voorwaarden – Verwerping van het beroep tot schadevergoeding in zijn geheel

(Art. 340, tweede alinea, VWEU)

(zie punt 118)

6.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot afwijzing van een offerte in het kader van een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht voor werken – Verplichting van de aanbestedende dienst om naar aanleiding van een schriftelijk verzoek kennis te geven van de kenmerken en de relatieve voordelen van de gekozen inschrijving en de naam van degene aan wie de opdracht werd gegund

(Art. 296 VWEU; verordening 2015/1929 van het Europees Parlement en de Raad, art. 113, lid 2; verordening 2015/2462 van de Commissie, art. 161, lid 2)

(zie punt 126)

Voorwerp

Ten eerste verzoek krachtens artikel 263 VWEU, in wezen tot nietigverklaring van de handelingen van de Commissie waarbij de inschrijving van de verzoekende partijen in het kader van aanbesteding JRC/IPR/2016/C.4/0002/OC met betrekking tot een raamovereenkomst voor de bouw en het onderhoud van waterleidingen en onderstations voor stadsverwarming of -koeling in het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in Ispra (Italië) is afgewezen en aan een andere inschrijver is toegewezen, en ten tweede verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die de verzoekende partijen stellen te hebben geleden ten gevolge van deze handelingen

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Enrico Colombo SpA en Corinti Giacomo worden verwezen in de kosten.