Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 14 januari 2013 - Divandari / Raad

(Zaak T-497/10)

("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Schrapping van lijst van betrokken personen - Afdoening zonder beslissing")

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Ali Divandari (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Gadhia en S. Ashley, solicitors, D. Wyatt, QC, en R. Blakeley, barrister, vervolgens R. Blakeley, S. Zaiwalla en F. Zaiwalla, solicitors, en M. Brindle, QC)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en A. Vitro, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Boelaert en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Voorwerp

Een verzoek tot nietigverklaring van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), van uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2010 van de Raad van 26 juli 2010 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 195, blz. 25), van besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413 (PB L 281, blz. 81), van verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1), van besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413 (PB L 319, blz. 71), van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening nr. 961/2010 (PB L 319, blz. 11), en van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover deze handelingen verzoeker betreffen

Dictum

Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten en die van Ali Divandari dragen.

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 328 van 4.12.2010.