Language of document :

Arrest van het Gerecht van 25 maart 2015 – Central Bank of Iran / Raad

(Zaak T-563/12)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht – Recht van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Beoordelingsfout – Eigendomsrecht – Recht op bescherming van de goede naam – Evenredigheid”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Central Bank of Iran (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: M. Lester, barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en V. Piessevaux, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van enerzijds besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58), voor zover daarbij verzoeksters naam na heronderzoek is gehandhaafd op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), en anderzijds uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 282, blz. 16), voor zover daarbij verzoeksters naam na heronderzoek is gehandhaafd op de lijst in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1)

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Central Bank of Iran wordt verwezen in de kosten.

____________

____________

1     PB C 55 van 23.2.2013.