Language of document :

Beroep ingesteld op 20 februari 2012 - Charron Inox en Almet / Raad

(Zaak T-88/12)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Charron Inox (Marseille, Frankrijk) en Almet (Satolas-et-Bonce, France) (vertegenwoordiger: P.-O. Koubi-Flotte, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

primair, verordening (EU) nr. 1331/2011 van de Raad van 14 december 2011 nietig verklaren omdat deze is gebaseerd op toereikende economische vaststellingen;

subsidiair, artikel 2 van verordening (EU) nr. 1331/2011 van de Raad van 14 december 2011, waarbij het voorlopige, reeds geïnde, antidumpingrecht definitief wordt geïnd, nietig verklaren nu deze inning het beginsel van gewettigd vertrouwen schendt;

meer subsidiair, de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie erkennen die als geldig aanvaardt de onmiddellijke toepassing van een inning die, gelet op het voorwerp ervan, binnen redelijke termijnen aan de betrokken economische operatoren had moeten worden meegedeeld teneinde hen in staat te stellen om met voldoende rechtszekerheid hun economische keuzes in het vooruit te kunnen nemen;

in ieder geval de terugbetaling en/of de schadeloosstelling van de verzoekende ondernemingen gelasten ten bedrage van:

schade van de onderneming CHARRON INOX wegens de betaling van betwiste antidumpingrechten: EUR 89.402,15;

schade geleden door de onderneming ALMET-LE METAL CENTRE wegens de betaling van betwiste antidumpingrechten: EUR 375.493;

schade gezamenlijk geleden door de ondernemingen CHARRON INOX en ALMET - LE METAL CENTRE wegens de betaling van betwiste antidumpingrechten: EUR 58.594, waarbij de twee ondernemingen CHARRON INOX en ALMET - LE METAL CENTRE de onderlinge verdeling van deze som op zich nemen;

schade geleden door de onderneming CHARRON INNOX ontstaan uit de noodzaak om duurder aan te kopen bij Indische leveranciers: EUR 57.883,18;

schade geleden door de onderneming ALMET - LE METAL CENTRE ontstaan doordat zij genoodzaakt was om duurder aan te kopen bij Indiase leveranciers: EUR 66.578,14.

Middelen en voornaamste argumenten

De middelen en voornaamste argumenten die verzoeksters ter ondersteuning van hun beroep tegen de verordening tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China2 komen in wezen overeen met die welke zijn aangevoerd in zaak T-445/11, Charron Inox en Almet/Commissie, betreffende de verordening tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op deze invoer. 

____________

1 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1331/2011 van de Raad van 14 december 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 336, blz. 6).

2 - PB 2011, C 290, blz. 18.

3 - Verordening (EU) nr. 627/2011 van de Commissie van 27 juni 2011 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 169, blz. 1).