Language of document :

Beroep ingesteld op 23 februari 2012 - Flying Holding e.a./Commissie

(Zaak T-91/12)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Flying Holding NV (Antwerpen-Wilrijk, België); Flying Group Lux SA (Luxemburg, Luxemburg); en Flying Service NV (Antwerpen-Deurne, België) (vertegenwoordigers: C. Doutrelepont en V. Chapoulaud, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

de besluiten van de Europese Commissie van 15 december 2011 en 17 januari 2012 nietig te verklaren;

de Europese Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij het onderhavige beroep vorderen de verzoekende partijen nietigverklaring van de besluiten waarbij de Commissie heeft afgewezen hun aanvraag om deel te nemen aan een niet-openbare aanbestedingsprocedure voor het verlenen van personenvervoersdiensten door de lucht zonder dienstregeling en het charteren van taxivliegtuigen.2

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen vijf middelen aan.

Eerste middel: ontbreken van of ontoereikende motivering, aangezien de Commissie in het kader van haar tweede besluit, van 17 januari 2012, de gegevens die verzoeksters na haar besluit van 15 december 2011 hadden medegedeeld, niet heeft onderzocht of daarop evenmin heeft geantwoord.

Tweede middel: schending van het recht van verweer, aangezien de Commissie zich heeft gebaseerd op inlichtingen die zij bij de Luxemburgse autoriteiten heeft ingewonnen zonder dat deze aan verzoeksters zijn medegedeeld voordat het besluit van 15 december 2011 werd vastgesteld.

Derde middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, aangezien de Commissie bij haar eerste besluit documenten in aanmerking heeft genomen zonder verzoeksters naar hun standpunt te vragen en bij haar tweede besluit het eerste heeft bevestigd zonder te antwoorden op de nieuwe gegevens die verzoeksters intussen hadden overgelegd.

Vierde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel, aangezien de Commissie niet de maatregel heeft genomen die voor verzoeksters het minst beperkend was. Zij heeft verzoeksters namelijk verboden deel te nemen aan de niet-openbare procedure voor de gunning van een raamovereenkomst op grond dat de verstrekte gegevens over de Luxemburgse vennootschap Flying Group niet met de werkelijkheid overeenstemden, onjuist en onvolledig waren, hoewel de relevante gegevens die rechtstreeks verband hielden met het voorwerp van de opdracht tijdig waren verstrekt.

Vijfde middel: schending van artikel 89 van het Financieel Reglement en van artikel 135 van de uitvoeringsverordening van het Financieel Reglement, aangezien de Europese Commissie van verzoeksters had geëist dat zij haar inlichtingen over hun Luxemburgse vennootschap zouden verstrekken die geen rechtstreeks verband hielden met het voorwerp van de opdracht, die enkel betrekking heeft op luchtvervoer vanaf Brussel.

____________

1 - PB 2011/S 192-312059.

2 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1).

3 - Verordening (EG, Euratom), nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357, blz. 1).