Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 8 april 2014 – Europese Commissie / Hongarije

(Zaak C-288/12)1

(Niet-nakoming – Richtlijn 95/46/EG – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens – Artikel 28, lid 1 – Nationale toezichthoudende autoriteiten – Onafhankelijkheid – Nationale wettelijke regeling waarbij voortijdig einde wordt gemaakt aan mandaat van toezichthoudende autoriteit – Oprichting van nieuwe toezichthoudende autoriteit en benoeming van andere persoon als voorzitter)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Talabér-Ritz en B. Martenczuk, gemachtigden)

Verwerende partij: Hongarije (vertegenwoordiger: M. Z. Fehér, gemachtigde)

Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (ETGB) (vertegenwoordigers: I. Chatelier, A. Buchta, Z. Belényessy en H. Kranenborg, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) – Verplichting voor de lidstaten om te bepalen dat op de toepassing van de ter uitvoering van de richtlijn vastgestelde bepalingen toezicht wordt gehouden door een of meer autoriteiten die de hun opgedragen taken in volledige onafhankelijkheid vervullen – Vaststelling van een nationale wettelijke regeling waarbij voortijdig een einde wordt gemaakt aan het zesjarige mandaat van de toezichthouder voor gegevensbescherming – Oprichting van een nationale autoriteit voor gegevensbescherming en vrijheid van informatie – Benoeming voor een ambtstermijn van negen jaar als voorzitter van die autoriteit van een andere persoon dan de toezichthouder voor gegevensbescherming

Dictum

Door het mandaat van de toezichthoudende autoriteit voor de bescherming van persoonsgegevens voortijdig te hebben beëindigd, is Hongarije de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

Hongarije wordt verwezen in de kosten.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (ETGB) draagt zijn eigen kosten.

____________

1 PB C 227 van 28.7.2012.