Language of document : ECLI:EU:T:2016:343





Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 9 juni 2016 –
Marquis Energy/Raad

(Zaak T‑277/13)

„Dumping – Invoer van bio-ethanol van oorsprong uit de Verenigde Staten – Definitief antidumpingrecht – Beroep tot nietigverklaring – Rechtstreekse geraaktheid – Ontvankelijkheid – Voor het gehele land geldend antidumpingrecht – Individuele behandeling – Steekproefonderzoek”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Rechtstreekse geraaktheid – Criteria – Verordening tot instelling van antidumpingrechten – Rechtstreekse geraaktheid van producten die het product waarvoor een antidumpingrecht is ingesteld, niet hebben uitgevoerd (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 55, 66‑80)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Individuele geraaktheid – Criteria – Verordening tot instelling van antidumpingrechten – Rechtstreekse geraaktheid van producenten die het product waarvoor een antidumpingrecht is ingesteld, niet hebben uitgevoerd (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 81‑105)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Bestaan van andere beroepsmiddelen – Geen invloed (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punt 108)

4.                     Gerechtelijke procedure – Interventie – Exceptie van niet-ontvankelijkheid niet opgeworpen door verweerder – Niet-ontvankelijkheid – Niet-ontvankelijkheidsgronden van openbare orde – Ambtshalve onderzoek door de rechter (Statuut van het Hof van Justitie, art. 40, vierde alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 142, lid 3) (cf. punt 114)

5.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Noodzaak van een bestaand en daadwerkelijk belang – Verordening tot instelling van antidumpingrechten – Procesbelang van de producent van het product waarvoor een antidumpingrecht is ingesteld (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 115‑117)

6.                     Internationale overeenkomsten – Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie – GATT 1994 – Onmogelijkheid om de WTO-overeenkomsten in te roepen om de rechtmatigheid van een Uniehandeling te betwisten – Uitzonderingen – Uniehandeling die uitvoering ervan beoogt te verzekeren of uitdrukkelijk en specifiek ernaar verwijst (Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, „antidumpingovereenkomst 1994”; art. 6.10 en 9.2; verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 9, lid 5) (cf. punten 129‑139)

7.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Vaststelling van antidumpingrechten – Verplichting om aan iedere leverancier individuele rechten op te leggen – Omvang – Uitlegging op basis van de antidumpingovereenkomst van de GATT van 1994 – Oplegging van individuele rechten aan de exporteurs of steekproefproducenten die aan het onderzoek hebben meegewerkt (Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, „antidumpingovereenkomst 1994”; art. 6.10 en 9.2; verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 9, lid 5, en 17, leden 1 en 3) (cf. punten 142‑149, 156‑160)

8.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Steekproeftrekking – Wijziging van de samenstelling van een steekproef – Beoordelingsvrijheid van de Commissie (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 17) (cf. punt 150)

9.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Vaststelling van antidumpingrechten – Verplichting om aan iedere leverancier individuele rechten op te leggen – Uitzonderingen – Uitlegging op basis van de antidumpingovereenkomst van de GATT van 1994 – Moeilijkheden bij het bepalen van een individuele uitvoerprijs voor een steekproefproducent die aan het onderzoek heeft meegewerkt – Geen (Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, „antidumpingovereenkomst 1994”; art. 6.10 en 9.2; verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 9, lid 5) (cf. punten 172‑189)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 157/2013 van de Raad van 18 februari 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bio-ethanol van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 49, blz. 10), voor zover zij verzoekster betreft

Dictum

1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 157/2013 van de Raad van 18 februari 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bio-ethanol van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, wordt nietig verklaard, voor zover zij Marquis Energy LLC betreft.

2)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die van Marquis Energy.

3)

De Europese Commissie en ePURE, de Europese Producenten Unie van Hernieuwbare Ethanol, dragen hun eigen kosten.