Arrest van het Gerecht van 8 september 2021 – Brunwick Bowling Products / Commissie
(Zaak T-152/19)1
(„Bescherming van de gezondheid en veiligheid van consumenten en werknemers – Richtlijn 2006/42/EG – Vrijwaringsclausule – Nationale maatregel waarbij een kegelzetmachine en een daarmee te gebruiken aanvullende set uit de handel worden genomen en het in de handel brengen ervan wordt verboden – Essentiële gezondheids- en veiligheidseisen – Besluit van de Commissie waarbij de maatregel gerechtvaardigd wordt verklaard – Gelijke behandeling”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Brunwick Bowling Products LLC, voorheen Brunswick Bowling & Billiards Corporation (Muskegon, Michigan, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: R. Martens en V. Ostrovskis, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Huttunen en P. Ondrůšek, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: H. Eklinder, R. Eriksson, C. Meyer-Seitz, A. Runeskjöld, M. Salborn Hodgson, H. Shev, J. Lundberg en O. Simonsson, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1960 van de Commissie van 10 december 2018 betreffende een door Zweden op grond van richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad genomen vrijwaringsmaatregel om het in de handel brengen van een door Brunswick Bowling & Billiards geproduceerd type kegelzetmachine en daarmee te gebruiken aanvullende set te verbieden en in voorkomend geval uit de handel te nemen (PB 2018, L 315, blz. 29)
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Brunswick Bowling Products LLC wordt verwezen in de kosten.
Het Koninkrijk Zweden zal zijn eigen kosten dragen.
____________
1 PB C 155 van 6.5.2019.