Language of document :

Mededeling in het PB

 

ARREST VAN HET HOF

(Zesde kamer)

van 29 april 2004

in de gevoegde zaken C-199/01 P en C-200/01 P: IPK-München GmbH tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

(Hogere voorzieningen - Beschikking van Commissie houdende weigering van uitbetaling van saldo van financiële bijstand)

(Procestaal: Duits)

(Voorlopige vertaling; de definitieve vertaling verschijnt in de Jurisprudentie van het Hof)

In de gevoegde zaken C-199/01 P en C-200/01 P, IPK-München GmbH, gevestigd te München (Duitsland), (advocaat: H.-J. Prieß), en Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: J. Grunwald), betreffende twee hogere voorzieningen tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 6 maart 2001, IPK-München/Commissie (T-331/94, Jurispr. blz. II-779), strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest, heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: V. Skouris, waarnemend voor de president van de Zesde kamer, J. N. Cunha Rodrigues, J.-P. Puissochet, R. Schintgen en F. Macken (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: J. Mischo; griffier: R. Grass, op 29 april 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)    Wijst de hogere voorzieningen af.

2)    Verstaat dat elk van de partijen de eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 212 van 28.7.2001 PB C 289 van 13.10.2001.