Language of document :

Beroep ingesteld op 13 maart 2017 – Post Telecom / EIB

(Zaak T-158/17)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Post Telecom SA (Luxembourg, Luxemburg) (vertegenwoordigers: M. Thewes, C. Saettel en T. Chevrier, advocaten)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Conclusies

het besluit van de Europese Investeringsbank (EIB) dat is vervat in haar brief van 6 januari 2011, waarbij aan verzoeksters kennis is gegeven van de afwijzing van haar inschrijving op aanbesteding OP-1305 „Metropolitan area network and wide area network communication services for the European Investment Bank Group” en het besluit om de opdracht aan een andere inschrijver te gunnen, nietig verklaren;

op grond van een van de maatregelen tot organisatie van de procesgang zoals voorzien in artikel 89 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht of anders op grond van een van de maatregelen van instructie voorzien in artikel 91 van genoemd Reglement de EIB verzoeken om nader aan te geven of zij enig contact met TELINDUS heeft gehad met betrekking tot de aanbestedingsprocedure, zij het voor of na de indiening van de offertes, in het bijzonder om nadere uitleg te verkrijgen over diens technische oplossingen en, in voorkomend geval, gelasten alle uitgewisselde documenten hieromtrent te verstrekken; en gelasten om alle documenten uit het aanbestedingsdossier te over te leggen waarin de contacten tussen de Europese Investeringsbank en TELINDUS SA met betrekking tot de aanbestedingsprocedure, zij het voor of na indiening van de offertes, zijn vastgelegd;

de Europese Investeringsbank te veroordelen tot betaling van schadevergoeding en rente ten belope van 1 247 415,60 EUR op grond van niet-contractuele aansprakelijkheid;

de Europese Investeringsbank te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling en van het transparantiebeginsel bij de beoordelingsmethode zoals voorzien in het bestek.

Tweede middel, ontleend aan niet-nakoming van de motiveringsverplichting, dan wel een ontoereikende motivering, bij de beoordeling van de offerte van de inschrijver aan wie de opdracht werd gegund en bij de beoordeling van verzoeksters offerte.

Derde middel, ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout, niet-inachtneming van de bepalingen van het bestek en schending van het beginsel van gelijke behandeling door de EIB bij de beoordeling van de offerte van de inschrijver aan wie het de opdracht werd gegund en in het bijzonder bij de toetsing van zijn offerte aan technisch criterium nr. 1.

Vierde middel, ontleend aan een materiële fout, een kennelijke beoordelingsfout, schending van het bestek, schending van het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling en aan misbruik van bevoegdheid door de EIB bij de beoordeling van de offerte van verzoekster. Dit middel bestaat uit twee onderdelen:

Eerste onderdeel, ontleend aan een fout bij de inhoudelijke vaststelling van de feiten, dan wel van een kennelijke beoordelingsfout, niet-inachtneming van het bestek, misbruik van bevoegdheid en schending van het evenredigheidsbeginsel;

Tweede onderdeel, ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout.

____________