Language of document :

Beroep ingesteld op 18 februari 2010 - IRO / Europese Commissie

(Zaak T-69/10)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Industrie Riunite Odolesi SpA (IRO) (Via Brescia, Italië) (vertegenwoordigers: A. Giardina en P. Tomassi, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de bestreden beschikking nietig verklaren;

subsidiair, de bij de bestreden beschikking opgelegde geldboete intrekken of verlagen;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

De middelen en voornaamste argumenten zijn gelijk aan die in zaak T-55/10, SP/Commissie.

Verzoekster stelt meer bepaald:

schending van de wet en bevoegdheidsoverschrijding, daar de Commissie de beschikking waarbij verzoekster is gesanctioneerd wegens deelname aan een vermeend prijskartel, heeft vastgesteld zonder alle bewijsstukken te hebben onderzocht, op grond dat de bijlagen bij de prijstabellen ontbraken;

schending van de procedurevoorschriften die zijn vervat in verordening EG nr. 1/20031, aangezien de Commissie na de nietigverklaring van beschikking nr. C(2002) 5087 def. van 17 december 2002 door het Gerecht van eerste aanleg de beschikking heeft vastgesteld zonder bepaalde procedurefasen in acht te nemen, zoals de verzending van de mededeling van de punten van bezwaar aan de partijen en/of het horen van de partijen, alsmede zonder de nationale instanties erbij te betrekken, waardoor de gehele procedure van de Commissie onvolledig, inconsistent en onrechtmatig is en de rechten van verdediging van de gesanctioneerde ondernemingen zijn geschonden;

onvoldoende onderzoek en gebrekkige motivering, omdat de Commissie de gedurende het onderzoek inzake de omvang van de relevante markt gedane vaststellingen en de gevolgen van het vermeende kartel verkeerd heeft beoordeeld.

Subsidiair vordert verzoekster de intrekking of de verlaging van de bij de bestreden beschikking opgelegde geldboete.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).